Zoals gezegd hadden we gisteren een lange reisdag van Wells Gray naar Jasper. 350km rijden lijkt misschien saai, maar dat was het allerminst. Meer nog het werd een memorabele dag.
Beginnen doen we echter met Milky Way, nee niet het snoepreepje maar wel de sterrenhemel. Zoals gezegd ging Sofie een tweede poging wagen en ditmaal is ze buiten geraakt zonder ongewilde ontmoetingen met lokale bosbewoners. Het was formidabel, overal in de hemel waren er fonkelende puntjes. Al waren er af en toe ook eens rare geluiden in het bos. Ikzelf heb het enkel van horen zeggen, want ik lag lekker te ronken in bed (nee, zelfs daarvoor krijg je me niet wakker ;)). Na haar nachtelijke escapade raakte Sofie niet meer in slaap door de jeuk. De muggen hier kennen er iets van, de beten zijn donkerrood, hebben een doorsnede van 3cm en jeuken verschrikkelijk (ik kan er ondertussen ook van meepraten). Ze slagen er ook in om door een jeansbroek heen te steken, dat zegt genoeg denk ik. Na het ontbijt en het afscheid van de Duitse gastvrouw inkopen gaan doen in de plaatselijke supermarkt in Clearwater (goedkoper dan in Jasper waar ze 16$ vragen voor een pepermolentje) en ook een nog ommetje gedaan naar de Liquor Store (voor wat plaatselijke wijn). Alcoholische drank mag immers niet in de supermarkt worden verkocht, maar enkel in gespecialiseerde winkels. De drank wordt verpakt in bruine zakken en dient ongeopend in de koffer (!) van je voertuig te worden vervoerd en mag enkel worden genuttigd in private woningen (dus niet in het openbaar). Na deze broodnodige inkopen (vooral de alchohol voor Sofie ;)) gingen we op weg via de Yellowhead Highway. Betreft een Canadese “snelweg”, dit wil zeggen één vak in elke richting met af en toe een passing lane en een maximumsnelheid van 100km/uur. Hoewel Sofie haar Belgische 10%-regel toepaste (lees 110km/uur), werd ze om de haverklap voorbijgestoken door Canadese pick-ups en zelfs zware vrachtwagens. Op zich geen ramp, maar de manier waarop was minder koosjer. Voorbijsteken doen ze niet op een passing lane of op een lang recht stuk, maar vooral in bochten en op hellingen via het tegenovergestelde rijvak met alle gevaren vandien. Soms ging het maar net goed! Onze eerste stop was in Blue River, waar je met de speedboot op zoek kan gaan naar Beren en ander groot wild. Wij hebben er echter enkel een lekkere zalmburger gegeten, de prijs voor een excursie van 1u vonden wij wat aan de hoge kant. We hoopten wel dat we er geen spijt van zouden krijgen,… …enkele kilometers verder, zagen we een auto op Canadese wijze (lees onveilig) u-turnen en een parking op stuiven. Vreemd! Twee mogelijkheden : of er was wild te zien of er werd iets illegaals bedisseld ;). Na onze eigen u-turn (op min of meer veilige wijze), voorzichtig de parking op gereden en ja hoor daar lag een zwarte beer zijn middagmaal op te peuzelen. Hij stoorde zich hierbij niet aan de vijf auto’s met mensen die hem vastlegden op de gevoelige plaat. Ik (ondanks licht protest van Sofie) even uit de auto gesprongen om de beer van zijn goeie kant te fotograferen (geen paniek, ik bleef achter de auto’s staan i.t.t. tot een Japanner die een selfie wilde nemen met de beer vlak achter zich…). Tot onze verbazing zagen we even later nog twee beren broodjes smeren… Even zag het er zelfs naar uit dat er ging gevochten worden, maar na enig tumult ruimde beer 1 plaats voor beren 2 en 3 en ging het gepeuzel verder… Na de beren een vijftal minuten te hebben bestudeerd, zijn we voorzichtig weggereden. Sofie’s conlusie : Amai zeg, die beren zijn groot! (lol). Wij uiteraard superblij dat we geen paar honderd dollars hadden betaald voor de berenexcursie. Nu hadden we ze gratis en voor niets van dichtbij kunnen bekijken… Vervolgens werd het langzaam alsmaar ruiger en hoger en kwamen we in het Mount Robson National Park. Mount Robson is met zijn 3800 meter de hoogste berg van de Canadese Rockies. Hij verheft zich majestueus over de vallei. Echt heel indrukwekkend!!! Na een korte stop bij het bezoekerscentrum (waar we een boek kochten over de inheemse fauna), verder doorgereden naar Jasper. Na een korte tijdreis (het is hier een uur later dan in Clearwater) om 17u30 aangekomen bij onze studio in het Centrum. Moe, maar voldaan ! Greetz, Beer Wouter
1 Comment
Verslag volgt morgen omstreeks 17u Belgische tijd, stay tuned !
Ik ben een wandelende citronella. Samen met andere citronella’s loop ik door de bossen in Wells Gray. Dat is een probleem want de inlandse muggen zijn blijkbaar resistent aan ‘tropical spray’ en ‘deet rollers’. Bestond er een tipi met muggengaas, dan had ik er één gekocht want nu loop ik als gendarme met pistool (anti-mug) in mijn broekzak rond. En elk half uur wordt er een nieuwe laag aangebracht op alles wat bloot is. Ik laat jullie zelf fantaseren… ;-) Wat naast het gezoem onze trommelvliezen doorboort, zijn de zwermen Nederlanders die hier met hun campertje zijn neergestreken. Ze zijn geweldig om te observeren als ze voor een tweede keer hun ‘free coffee’ vragen of in nog slechter Engels dan het mijne uitleg vragen over ‘local specialities’. Naast de Nederlanders zit het hier ook vol Duitsers en daarachter hinkt nog een minderheid Vlamingen. Die laatste duiken zelfs in de commerciële wereld op, namelijk een Wafelkraam in berengebied. Over wild valt er niet veel te vertellen. Behalve dat ik deze nacht wakker was en tot mijn verbazing een hert tegenkwam op het grasveld voor onze deur. Het beest stond rustig te grazen. Toen ik Wouter wakker schudde, dacht hij dat er een Grizzly naast hem stond. Hij schrok zo hard dat het beest het op een lopen zette. En Wouter heeft het dus gemist…
Vandaag zijn we na een stevig ontbijt het natuurpark ingetrokken. Ik begin de zand- en gravelbanen aardig gewoon te worden en heb ontdekt dat je minder putten voelt als je sneller rijdt… ;-) Pas als Wouter zich begint vast te houden aan de zetel, moet de voet even van de gaspedaal. We zijn met de wagen tot het einde van de vallei gereden en hebben allerlei stops en wandelingen gemaakt. De eerste was aan de Dawson Falls, ze noemen deze watervallen de kleine Niagara’s en deze waren zeer indrukwekkend. Aangezien we voor de drukte arriveerden, hadden we de watervallen (met zo’n honderd muggen) voor ons alleen. Ik zou iedereen trouwens aanraden om in het park te overnachten. Grote groepen logeren in hotels in Clearwater of Kamloops en moeten eerst minimum 100km overbruggen vooraleer ze in het park geraken. Daardoor is het opmerkelijk rustiger voor 11u ’s morgens of 5u ’s avonds. Geen Japanezen die selfies maken of trommelen op de vuilbaken omdat ze ze niet open krijgen (berenslot). Hilarisch! Rond de middag hebben we een broodje gegeten aan het meer (dat we niet zo interessant vonden) en hebben we een wandeling gemaakt aan de Ray Farm. Volgens andere reizigers was dit een must do. Er stond zo’n 2,5km op het bord aangegeven, maar dat bleek toch wel een vergissing te zijn. We zijn maar liefst 2 uur (traag tempo) onderweg geweest. Volgens onze berekeningen was dat toch wel 6km. Niet de afstand maakte het moeilijk, maar wel de muggen (die zich hadden voortgeplant) en de hitte (zo’n 28 graden). Daarnaast was er niet zoveel te zien. Eén vervallen boerderij, véél bomen en een meer met alweer, u raadt het al, prikkend ongedierte… Een liter water en douche later is het bijna tijd om een hapje te gaan eten. En dat zal smaken want we hebben honger als een beer! Morgen volgt alweer een overgangsetappe, de langste deze reis, naar Jasper (350km à 5uur rijden). Hopelijk blijven de weergoden ons welgezind en beslissen de kriebelbeesten om hier te blijven. Vannacht doe ik alleszins een tweede poging om naar buiten te gaan (met tipi om het lijf) om de sterrenhemel te zien. Liefst zonder wild aan de voordeur… Volgens de gastvrouw is het veilig zolang ik op de houten plankjes aan het huis blijf, dus ik ga er mij eens aan wagen (dat durf ik nog net, veel gekker moet het niet worden ;-)). Warme groeten! Stekfie Na ons vertrek bij het meer, enkele kilometers verder en hoger gestopt bij Joffre Lakes. Drie heldergroene meren met op de achtergrond prachtige gletsjers. Enkel het eerste meer is makkelijk te bereiken. Het tweede en derde vlak onder de gletsjers zijn enkel bereikbaar na een zware bergtocht van enkele uren. Dat zagen we niet echt zitten, dus ons bij het eerste meer maar even op de bank gezet om van het uitzicht te genieten.
Na deze stop begonnen aan onze grote trek oostwaarts richting Kamloops. Van dikke dennenbossen en koude bergmeren ging het naar verdorde grasvelden en hete rotsblokken in wat de bewoners zelf het noordelijkste puntje van de Mojavewoestijn noemen. In de zomer kan het hier makkelijk 45° worden in de schaduw, we treffen het echter met slechts 25° en toch een stralend zonnetje. Twee dagen eerder werd Kamloops nog getroffen door een heuse zondvloed waarbij mensen zelfs op het dak van hun auto moesten kruipen om niet te worden weggespoeld. Daar is nu echter weinig van te merken. Onderweg verschillende tussenstops gemaakt, onder meer bij Daisy Lake - waar de afgedreven boomstammen de ganse rivier versperden -, Sefton Lake – één van de grootste stuwmeren van BC – en een prachtig uitzichtpunt over Kamloops Lake. Na een rit van 5 uur aangekomen ter bestemming en op zoek gegaan naar ons motel, was me dat een tegenvaller. Eerst de weg kwijt en als we er dan eindelijk waren bleek het vlak naast de snelweg (2x2 rijvakken met (heel) veel verkeer) en de spoorlijn (goederentreinen met 160(!) wagons) te liggen. Drie keer raden waar onze kamer lag. Ja hoor, aan de kant van de weg met een raam met slechts enkel glas. De rust van bij het meer was meteen vervlogen. Al na 5 minuten hadden we beiden barstende hoofdpijn. We zijn dan maar gevlucht naar de Ierse pub in het centrum. Na het diner was het verkeer gelukkig al wat gemilderd en hebben we toch nog een uiltje kunnen vangen (al was dat van mij groter dan dat van Sofie). Vermits er vandaag slechts een korte rit op het programma stond (zo’n 150 km), hebben we deze ochtend nog een minder bekend maar daarom niet minder mooi park bezocht in de omgeving van Kamloops : Lac du Bois Grasslands. (Nog) niet de status van nationaal of provinciaal park, maar eigenlijk verdiend het dat wel. Het is de enige plaats in Noord-Amerika waar de drie soorten graslanden (droog, vochtig en nat) op zo’n korte afstand van elkaar liggen. Op 20 kilometer afstand ga je van woestijnachtige steppe naar alpien dennenbos. Bovenop de berg nog een wandelingetje gemaakt naar Isobel Lake, waar we vooral het toilet zullen herinneren. Een prachtige wc-pot boven een put met uitzicht op de beren (die zich verstopt hadden) in het bos. Daarna doorgereden naar ons volgend verblijf in Wells Gray PP. Dit park is voornamelijk gekend om zijn prachtige watervallen en ongerept bos. Onderweg een broodje gegeten bij Subway (de Amerikaanse tegenhanger van de Panos met dubbel zo lange broodjes) en een bezoek gebracht aan de 60m hoge Spahats Falls en het nabijgelegen uitzichtpunt over de Clearwater Valley. Bij de waterval trapte Sofie bijna opnieuw op een slang, ze was er effenaf niet goed van (de derde keer is het trakteren). Ditmaal was het een groot (en dik) exemplaar van om en bij de 2 meter. Nadat onze bagage was afgezet en we via onze gastvrouw een tafel hadden geboekt bij het enige restaurant in de omgeving nog even verder het park ingereden. Eerst via een steile gravelbaan naar Green Mountain Lookout. Vanop de toren daar heb je een formidabel uitzicht over het park en de omliggende bergketens. Nadien de Helmcken Falls bezocht, met zijn 161m de hoogste waterval van het park en de vierde hoogste in Canada wat betreft “vrije val”. Zeer indrukwekkend! Wel wemelt het hier van de muggen, die zich zelfs door de strafste muggenspray niet laten afschrikken. Sofie staat al vol beten, ik blijf voorlopig gespaard ;). Tot slot van de dag een lekker forelletje gegeten, nog even een wandelingetje gemaakt in het bos van de B&B en dan onze beddenbak in. Slaapwel (of voor jullie staopwel) en tot morgen! Wouter P.S. De fotootjes volgen later, mijnen fotoredacteur vertoeft al in dromenland… Laatste ochtend in ons huisje bij het meer. Geweldig om de wolken tussen de bergen zien te hangen, het kabbelende water te horen en de kolibries te zien ravotten. Ik word er zelfs (maple)stroperig van… Waar gaan we dat schrijven? ;-) Het is hier een klein paradijs op aarde (weer zo'n cliché). Maar je moet er wel wat voor over hebben om naar hier te komen. Lees: geen verharde wegen, afgronden recht het meer binnen, rollende rotsblokken en berengevaar. Maar wat je ervoor terugkrijgt is totale rust: geen E17 met voorbijrazende auto’s, geen vrachtwagens die naar het industriepark denderen of treinen in de achtergrond. Ik spring terug in de tijd: eergisteren zijn we naar hier gereden. Ik had verschrikkelijk geslapen in het motel. Al lag dat eerder aan mij, dan aan de accommodatie. Mijn fantasie sloeg volledig op hol door potentiële buurmannen met verdachte praktijken, zeker na de oerkreten die vanuit zijn kamer weerklonken. De ochtend nadien kwam ik de buurman in volle glorie (ja, écht wat je denkt) tegen op de parking… Misschien toch maar beter dat ik in waakstand geslapen had? Maar mijn tekort aan slaap had wel wat invloed op mijn rijgedrag: toeterende wagens (omdat ik te traag was, écht waar), de verkeerde afslag nemen, de pomp die in de tank vastzit, gietende regen,… Onderweg zijn we gestopt bij de Shannon Falls, de Brandywyne Falls en in Whistler. Gisteren hadden we rustdag. Mijn idee om rustig op het meer te peddelen viel letterlijk in het water: véél wind, golfslag en gietende regen,… Het werd een boek lezen en wat muziek luisteren. Wouter ging zelfs aan de schrijf. Na de middag een kleine avonturentocht gedaan op de hutseblutsemoddergravel-weg. Onze witte auto is een bruintje geworden. ;-) En ons geheugen van onze fotokaarten slinkt zienderogen. The Cottage B&B aan Lilloeet Lake is eentje om te onthouden! Zeer gastvrije mensen en rust (behalve de buurman die nu zijn ponton is aan het timmeren)! Veel groeten, Sofie We hebben de nationale feestdag gisteren met een walvistoer op gepaste wijze afgesloten. Het was een schot in de roos: er gold een één plus één-actie: we zagen één grijze walvis met jong, één grappige otter met jong en één bultrug zonder jong (die was hij thuis vergeten ;-)).
Vandaag hebben we TOFino verlaten. Op onnavolgbare wijze (snorrend door de bochten al dan niet op vier wielen) heeft Sofie ons naar Nanaimo gebracht. Van hieruit zullen we morgen terug de ferry naar het vasteland nemen. Onderweg zijn we gestopt bij Cathedral Grove -een bos met sparrebomen tot wel vijf meter breed en tachtig meter hoog- en Little Qualicum Falls –waar we twee watervallen konden bewonderen- en waar ikzelf de Canadese grond heb bestudeerd (zonder al te veel erg). Daarnet nog een wandelingetje over de ‘dijk’ gemaakt waar we goed hebben bestudeerd hoe we de komende dagen ons eten moeten vangen: met een kooi, een stuk kip en een koord. We maken er meteen een wedstrijd van: wie het juiste antwoord post, maakt kans op een Canadees gadget. Antwoorden per gele briefkaart voor 9 augustus naar ons laatste hotel in Calgary (of gewoon via op de blog…)! Succes. Vervolgens zijn we nog een lekkere vis gaan eten bij de Griek (met superveel look). Goed om vampieren op afstand te houden en dat zal nodig zijn want we verblijven in een typisch motel, zo eentje zoals in de Amerikaanse films (inclusief griezelige buur). Gelukkig, tot nu toe, zonder hakbijl. De komende dagen verblijven we in een B&B aan een meer, zonder internet en elektriciteit. Bij leven en welzijn tot binnen drie dagen, Wouter Dag luitjes,
We hebben een goed gevulde dag achter de kiezen met heel wat beestjes in de hoofdrol. Beginnen deden we met het onbijt, net als gisteren voorzag de gastvrouw ons van een cholesterolbom om de ochtend door te komen, ditmaal betrof het french toast met worstjes (rare combi maar we kijken er ondertussen amper nog van op). Nadien ging het met onze super-de-luxe SUV met satellietradio (wij wisten niet eens dat dat bestond) naar het Pacific Rim NP. Daar hebben we een wandeling gemaakt op het rainforest trail, een plankjes- en trapjeswandeling door, jawel, het regenwoud. Veel hoge bomen, varens, muggen en vocht. Ook onze eerste dier tegengekomen, één uit de kluiten gewassen slak. Vervolgens zijn we doorgereden naar Wickannish Beach waar we het South Beach Trail gelopen hebben, een korte wandeling naar een kiezelstrand omgeven door rotsen. Onderweg opnieuw beestjes gezien, één dikke en twee lange bananenslakken (zo genoemd gelet hun gele lijf met bruine vlekken). Deze beestjes kunnen makkelijk 20cm lang worden en een gewicht bereiken van meer dan 100g en zijn daarmee de twee grootste (land)slak ter wereld. In de lucht konden we ook nog twee zee-egels (sea eagles) spotten. Daarna reden we naar het verste punt voor vandaag, Ucluelet. Daar waar Tofino the rich and the famous ontvangt (John Travolta zou hier een huis hebben), herbergt Ucluelet de minder bedeelden. In de plaatselijke vissers/gok/bingo-pub een burger gegeten. Binnen stoere macho’s en zatte Rita’s. Buiten een tiental meeuwen en één steenarend (golden eagle) die probeerden een makkelijke visje te scoren aan de visversnijdingsstand. Hierna was het opnieuw wandeltijd, met het Wild Pacific Trail. Dit pad loopt langs de ruige kust met mooie uitzichten over de Grote Oceaan, de eilandjes voor de kust van Ucluelet en de plaatselijke vuurtoren. Onderweg hoorden we precies het geloei van (zee)koeien, maar helaas deze lieten zich niet zien. Even later sprong Sofie een gat in de lucht, ze was bijna op een beest gestapt (dat zou niet de eerste keer zijn). Ze dacht in eerste instantie dat het een salamander was, maar niets was minder waar. Het bleek om een slang te gaan van zo’n 50cm lang, uitgedost in de Belgische kleuren (speciaal voor de Nationale Feestdag uiteraard). Na opzoeking bleek het te gaan om een Common (Puget Sound) Garter Snake, een niet-gevaarlijke veel voorkomende slangensoort in BC. Op de parking ook nog twee mooie vogels gespot, Steller Gaaien. Kraaiachtigen met een mooie donkerblauwe kleur. Op de terugweg nog even gestopt op Long Beach, het langste strand van Pacific Rim NP. Een lang, breed en vlak strand gekenmerkt door de vele aangespoelde boomstammen en de hoge golven die surfers aantrekken. Met de auto nog Radar Hill opgereden voor een uitzicht over het regenwoud. Een beetje een vreemde gewaarwording vermits we er helemaal alleen waren (ondanks twee grote parkings op de top). Sofie dacht al dat haar laatste uur geslagen was toen ze meende een beer te zien in de bosjes, hier bleek echter niets van aan… Beestige groetjes, Wouter Deze ochtend alweer verwend met een lekker ontbijt door gastvrouw Valerie. We hebben onze dosis eitjes voor de komende drie maanden wel binnen, denk ik. Gemiddeld twee per dag… Onze gastentafel deelden we met twee Belgen en drie Zwitsers. We waren in Europees gezelschap. Tip om Europeanen van Canadezen/Amerikanen te onderscheiden: wij eten met mes en vork, zij met de hand of hooguit met een vork. ;-) Gezien onze opvolging van activiteiten is het vandaag rustig-aan-dag. Tegen 30km/u zijn we door het centrum naar Chesterman Beach getuft en daar zijn we gaan wandelen. Allé ja, we hebben op de tast het strand afgelopen. Bij laag tij kan je hier zeesterren en anemonen zien en dat vonden we interessant genoeg om onze rustdag te doorbreken. De hele tijd liepen we in een wolk, het enige herkenningspunt was de kustlijn tot we plots overal water zagen: voor, links en rechts. Efkes paniek: checkup à is het écht laagtij? Ja. En hoe kunnen we overal water zien, hallucineer ik? Nee, we zitten op een eiland. Na wat rondkijken enkele prachtige zeesterren gezien en anemonen en wier en mossels en al waar we geen naam voor hebben… Prachtig! Zie foto’s. Terug aan onze auto begon het op te klaren (typisch). Nu rustig aan met een boek en zicht op de baai in onze B&B! Alleen het glas wijn ontbreekt (onbetaalbaar hier). Spijtig, maar je kan niet alles hebben en het adembenemend uitzicht telt voor veel meer. Daarnet twee zee-arenden gespot. Nu nog een orka die voorbij zwemt of een beer die op het terras passeert en we zijn gesteld… Groetjes vanuit het vochtige Tofino. We sturen jullie wat verkoeling op. ‘Mijn naam is Jessy en ik bedien jullie vandaag. Je mag alles vragen wat je maar wil.’ Dat zal ik onthouden, denk ik. ‘Hoe gaat het trouwens, hebben jullie genoten van de dag?’ Zijn monoloog ruimt plaats voor een oprechte interesse in de mensheid. Want zo gaat het hier, hoe beter je je best doet, hoe meer fooi je krijgt. Service is niet inbegrepen in de prijs van maaltijden en die betaal je extra. De minimumstandaard is 15%. Alles wat je minder geeft, wordt als onbeschoft beschouwd. Hoog tijd om te controleren of deze ober zijn centen waard is. Ik pik in op zijn vraag: ‘Eigenlijk gaat het niet goed. Mijn man en ik hadden lang voor deze reis gespaard. Net nadat we 300km hadden gereden, begonnen we ruzie te maken. Hij had mij niet verteld dat er hier naast beren ook poema’s en wolven zitten. Er is ook tsunamigevaar. Daar ben ik niet op voorzien. Omdat ik zo hysterisch begon te doen, heeft hij mij uit de auto gegooid. Daarna ben ik in de gietende regen verder gewandeld en gelukkig kwam ik deze vriendelijke kerel tegen die mij een warm bed aanbood en me op een diner wou trakteren.’ Ik knipoog naar Wouter, Wouter lacht zwoel terug en Jessy wankelt. ‘Gelukkig dat het zo goed is afgelopen. Deze man heeft alleszins goede smaak want hij heeft voor jou het beste restaurant in de stad uitgekozen: onze vis en cocktails zijn fenomenaal.’ Het bandje van zijn automatisch antwoordapparaat gaat verder. Zoals ik al vermoedde is hij niet echt gewoon om in te spelen op zo’n situaties. De eerste ober die creatief genoeg is, krijgt van mij een fooi van 20%. Laten we bij deze de wedstrijd officieel openen… Feiten: · Vandaag iets meer dan 300km gereden met de auto. Vijf uur onderweg geweest. Deels door de snelheidslimiet (ligt nooit hoger dan 80km/uur) en de vele verkeerslichten op de hoofdbaan. Laatste uur veilig de bochten in de regen doorsparteld. · Een stop bij Chemaimus: een houthakkersdorp waar ze de gevels van de huizen opsmukken met muurschilderijen. · In het bezoekerscentrum hebben we een pas aangekocht voor alle nationale parken in Canada. · Tofino is omgeven door water en baaien. Waar het land is, heb je regenwoud. Er valt hier dan ook meer dan 9000mm water per jaar. Niet verwonderlijk dat het hier nu regent… De komende dagen gaan we zeesterren zoeken op de stranden (bij laag tij) en wandelen in het regenwoud. Misschien komen we wel een beer tegen of een ander wild dier. Hopelijk is die een beetje creatiever dan de gemiddelde obers die een centje willen bijverdienen… Tot gauw! |
Vorige posts
April 2015
Links
|