Hieronder vinden jullie onze persoonlijke top vijf:
1. The house of terror: toont de gruwel tijdens twee periodes vol onderdrukking. 2. De baden: Kiraly (alternatief rustig) of Széchenyi (grotesk toeristisch). 3. Het parlement: veel pracht en praal. 4. Uitzicht over de stad van het vissersbastion + bezoek aan de Matthiaskerk. 5. Nagy vasarcsarnok of beter te verstaan: de markthal. Hongaren zien er altijd nors uit, ze spreken zacht en kijken je zelden aan. Je zou ze niet spontaan aanspreken. Toch maar doen, want achter die ruwe façade zitten behulpzame en vriendelijke mensen. Je moet ze wel begrijpen natuurlijk. Taal is soms een probleem (zeker bij oudere mensen). Het Hongaars is niet verwant met het Germaans of Romaans. De uitspraak en schrijfwijze liggen kilometers van elkaar verwijderd. Het is de eerste keer dat ik na vijf dagen nog steeds geen mondje basistaal spreek. Gelukkig kunnen veel mensen Engels (of Duits) en geraak je uiteindelijk waar je moet zijn. In vergelijking met twaalf jaar geleden, is er een opmerkelijke evolutie. Menukaarten, toegangskaartjes, infoborden vind je doorgaans in slecht vertaald Engels. Als je geneigd bent om tijdens citytrips je voeten stuk te lopen, dan kan ik het openbaar vervoer aanraden. De staat van sommige rijtuigen zijn soms eh… gammel, maar alles werkt uiterst efficiënt en frequent. In vergelijking met andere Europese hoofdsteden is een driedagenkaart/weekkaart/… niet duur. Bekijk goed welke formule je wil. De opties in de ticketautomaten zijn eindeloos en kunnen voor wachtrijen zorgen als je op het moment zelf nog alles moet uitzoeken. =-) Voor je de metro opgaat toon je je abonnement aan de mannen en vrouwen die boven- of onderaan de (rol)trappen controleren. Heb je een ticket (voor een korte rit), dan dien je vooraf nog af te stempelen in een rode automaat. Vergeet dit niet want er zijn overal mannetjes met een paarse armband die je vangen (dat mag je nogal letterlijk opvatten) om je tickets te controleren. Zwartrijden kan je beter niet doen. Je wordt toch gesnapt. Even een krekel uit je neus vissen op een onbewaakt moment, zit er niet in. Overal, echt overal staan er camera’s. De bewakers met geweren (van twaalf jaar geleden) zijn vervangen door honderden, duizenden geïnformatiseerde ogen. Ik heb een klein beetje het gevoel dat Big Brother je overal ziet. Wist je trouwens dat alle media door de overheid gecontroleerd wordt? Hongarije ziet je. En hoe zie jij Hongarije? Ik voelde me alleszins op geen enkel moment bedreigd, in gevaar,… In vergelijking met andere Europese steden, zijn er weinig bedelaars (ondanks de armoede). Per uitzondering werd ik niet aangesproken om drugs te kopen. ;-) Ik voelde me op geen enkel moment onveilig. We konden ’s avonds laat, gerust een park doorkruisen. Over smaken valt te discuteren. Maar één ding is zeker: Hongarije is goedkoop om te eten en te drinken. Ze serveren een klassieke keuken. Weinig creatief of verfijnd, maar wel huiselijk lekker. Naast de Hongaarse keuken, vind je opvallend veel Italiaanse restaurants die (zoals we dat van Italianen gewoon zijn), heerlijke gerechten op tafel toveren. Ook drinken is goedkoop. Voor koffie, bier en frisdrank betaal je tussen 1 euro en 1,5 euro. Een fles (goede) wijn kan vanaf 10 euro. Wij rekenden voor twee gerechten met drinken 20-25 euro per persoon. Dat kan altijd goedkoper of duurder. Het is waar je zelf genoegen mee neemt… We vlogen in een kleine twee uur tijd met Brussels Airlines naar Boedapest. Zeer comfortabel en aangezien we vooraf boekten, ook goedkoop. Onze B&B Anabelle boekten we online. Van beide beslissingen hadden we absoluut geen spijt. Het volgende boek vonden we in onze B&B en is een aanrader om je verblijf te plannen: Rick Steves. Een gids boordevol tips, wandelingen en weetjes met de nodige humor omschreven. Lees gerust verder om ideeën op te doen. Misschien wordt jullie volgende citytrip wel eentje naar Boedapest?
0 Comments
De laatste dag Boedapest was er eentje op ouderwetse wijze. Dat betekent: veel op de planning, pijnlijke voeten en plezier. De ochtend begon met een bezoek aan de grote markthal. Gekleurde stalletjes met radijzen zo groot als tennisballen, paprikapoeder in duizenden kilo’s, onleesbare naamkaartjes en onbekende geuren. Toegegeven, ik wou dat zo’n hal met verse producten naast de deur had. Daarna ging het over de groene brug naar de grotkerk. In deze grot is een… (raad je mee?) kerk! Bijzonder is dat de temperatuur zomer en winter 20 graden bedraagt. Dit komt door de thermische bronnen die zich op, boven of rond de grot bevinden. Goed gezien: gratis verwarming! Met de metro spoorden we de andere kant uit. Gedurende ons verblijf hebben we alle kleuren metro uitgeprobeerd. Maximale wachttijd = 2 minuten. Alle metrolijnen worden intensief gebruikt & zijn superefficiënt. De gele en blauwe lijn zijn de ‘oudste’. De rijtuigen lijken op gepimpte dierenwagons. Ze rammelen, kraken, piepen maar brengen je naar de juiste bestemming. Via een korte wandeling over het heldenplein ging het richting de zoo. We hebben een afwijking (we hebben er wel meerdere), maar we houden nogal van dieren(tuinen). Als het enigszins mogelijk is, proberen we en zoo te bezoeken. Ook hier was het de moeite: grappige dieren als het gordeldier, wombats, gigantische vleerhonden (pas op, die hangen boven je hoofd) en niet te vergeten de tapirs (onze lievelingen). Om wat te bekomen van alle kilometers, bezoeken we het laatste badhuis ‘Széchenyi’. Een gigantisch kuurcomplex met verschillende baden tussen 35° en 40°C, sauna’s en dampbaden. Het is nogal druk, toeristisch, maar toch indrukwekkend. Het duurt ook een hele tijd als je in alle baden (toch wel een twintig) eens wil ‘dobberen’. Wij spendeerden hier een kleine drie uur, maar je zou er gerust een hele dag kunnen rondhangen. Na deze stampvolle dag, ging het verder naar een plaatselijk restaurant. Waar we de laatste keer goulashgewijs aten. Boedapest by night, een mooie afsluiter van een fijne vakantie… Een citytrip voor iedereen die van (een woelige) geschiedenis, vreemde talen, blaren en kuurbaden houdt. ;-) Szentendre, een plaatsnaam die klinkt als een ‘zachte aanraking’. Alleen daarvan wordt een mens week, niet waar? Dit stadje, dat zo’n 20 kilometer noordwaarts sporen ligt, is een streling voor de zintuigen. Dat wisten ook een dozijn kunstenaars die van het dorp een ‘hype’ maakten. Smalle straten, kleurrijke gevels en galerijtjes vormen het Mekka voor wie van kunst en/of kitsch houdt. Want laten we duidelijk zijn: de souvenirwinkels zijn niet op twee handen te tellen. Maar ach, het maakt niet uit. Onder een stralende zon slenteren over kasseien, genieten van een koffie,… Het kan slechter. Vergeet tijdens dit dagje uit zeker geen orthodoxe kerk te bezoeken. De barokke aankleding en iconen zijn op zijn minst indrukwekkend te noemen. Net voor de bussen met volgepakte toeristen arriveren, sporen we richting Aquincum. Hier liggen namelijk de resten van een Romeinse nederzetting. Deze nederzetting lag op de grens van het Romeinse rijk. Lees: de romeinen durfden de Donau niet over. Doorstreep zelf wat niet past: ze konden niet zwemmen, de spaghetti was op, ze hadden schrik,… Na een tussenstop ‘thuis’, was het tijd voor een ander vervoersmiddel: de metro: drie keer overstappen en dan kom je aan de Géllertbaden. Duur, maar naar het schijnt zijn we morgen van al onze kwalen verlost. Weg pijnlijke rug of benen! Geweldig zal dat zijn! Tussen haakjes, we geven vannacht ook licht want het water is radio-actief… ;-) Het is een mooi complex (jammer van de vele trappen), met baden waar je helemaal week van wordt (36° tot 40°C). Hongaarse groeten van 2 zachtgekookte eitjes. Eergisteren hadden we online onze rondleiding in het parlement geboekt. Het parlement kan je enkel onder leiding van een gids bezoeken. Als je tot het laatste moment wacht, dan bestaat de kans dat je je tour in het Russisch moet volgen of dat er geen plaats meer vrij is... Om tien uur schuiven wij netjes aan met tickets (vriendelijk geprint door onze B&B-eigenaars). Er is een strikte controle. Alles moet gescand worden. Wapens verboden! ;-) Wouter en ikzelf ontsnappen niet aan een grondige fouillering. Lees: die Hongaarse soldaat hield wel van beha’s met een beugel… Nadat we helemaal veilig bevonden werden (of wat dacht je), startte de rondleiding van een half uur in lichte looppas door het parlement. Voor het parlement gebruiken ze elke tien jaar slechts veertig kilogram bladgoud. De hall is voorzien van prachtig beklede fauteuils, behangpapier en luchters. Je kan je aan de plafonds blijven vergapen en niet te vergeten: er is een soldaat die ervoor zorgt dat je ten allen tijde op het rechte pad blijft. Je mag overal foto’s nemen, behalve in de koepelzaal. Dat is de plek waar de enige échte kroonjuwelen liggen. Ze worden dan ook bewaakt door twee soldaten met strenge uitdrukking. Ze hebben een hart van peperkoek, geloof me. Na ons blitzbezoek aan het parlement (toch de centen meer dan waard), ging het richting joodse buurt. We bezochten de grootste synagoge van Europa. Groot. Maar een beetje druilerig. Dat kan aan het weer gelegen hebben ook… Drank en eten zijn ten strengste verboden. Dus moet ons flesje water en Belgische koekjes doorweekt wachten tot hun baasjes terug zijn. Met de metro sporen we vliegensvlug en efficiënt naar de volgende stop: ‘the house of terror’. Dit museum vertelt over de Duitse en Russische onderdrukking. Onder het nazi- en communistische regime werd iedereen die niet in het ‘plaatje’ paste, verbannen, opgesloten, gemarteld of gedood. Dit moderne museum is een must-do. Ik kon wel wat frisse lucht gebruiken na al die gruwel. Alweer heel wat indrukken, morgen is er weer een nieuwe dag… Dat we geen drie maal zeven meer zijn en onze dag starten met een wandeling naar de kettingbrug. Dat de wind behoorlijk fel waait en we vanop de brug afgepeigerde mensen naar boven zien klimmen. Dat we dan toch maar besluiten om de toeristische optie te kiezen: met het trammetje de berg op. In een oogopslag zijn we aan het koninklijk paleis. (Dit keer mag je dit letterlijk nemen: knipper tien keer met je oogleden en je bent boven.) Maar dat we dat eigenlijk niet zo erg vinden, wat rondstruinen en genieten van de mooie uitzichten. Het parlement en de kettingbrug zijn vanop elke plaats fotogeniek. Zeker vanop deze hoogte. We zetten onze wandeltocht verder naar het Visserbastion en de Matthiaskerk. Sinds ik hier de laatste keer was (twaalf jaar geleden) is er heel wat veranderd. De stad is netter, gevels zijn opgeblonken en de armoede is in een hoekje geveegd. Wie goed kijkt, ziet dat alles niet is zoals het lijkt. Eén ding staat vast: de Hongaren doen er alles aan om toeristen naar hun stad te lokken. En niet onterecht, want Boedapest is een mooie stad. Een voorbeeld hiervan is de Matthiaskerk. Op het dak liggen nieuwe felgekleurde leien en ook binnenin word je overdonderd door pracht en praal. Als avondactiviteit kiezen we voor de Kiraly-baden. Kindvrij (ah ja!) en niet zo toeristisch als de grote kleppers. Dit Ottomaanse bad (zo’n vijfhonderd jaar oud) is een must voor wie graag de alternatieve toer op wil. Vanaf de metro gaat het langs oud-communistische kazernes naar een groen-afgebladerde gevel. De dame aan de kassa spreekt geen Engels en haar werktempo ligt eh… niet hoog. ;-) We bestellen twee ‘kabinetickets’ en mogen ons in prachtige groen-witte cabines omkleden. De ‘horloge’ om je pols geeft privé toegang tot je eigen cabine. Al je spullen liggen veilig. Trapjes op en af gaat het naar de oude baden. De douche lijkt op een model die in de gaskamers van Duitse kampen gebruikt werd en de tegels hebben wat last van ouderdomskwalen, maar dat mag de pret niet onderdrukken. Onder een koepel waar het licht enkel door zeshoeken komt gluren, dompelen we ons onder in een warm bad, licht geparfumeerd met sulfer. ;-) Maar ach, de spieren ontspannen, een sauna, stoombad en dompelbad zijn meer dan genoeg om even helemaal van de wereld te verdwijnen. En misschien nog dit: probeer geen Hongaarse oude dames met wandelstok te helpen als ze niet buiten geraken. Steek vooral hun horloge niet in de daartoe dienende bak (anders geraak je niet buiten). Ze beginnen luid te zwaaien en roepen. Eén voordeel: ik verstond er niks van. Het arme mens wou haar horloge zo graag mee naar huis als souvenir… ;-) Van al dat baden, krijgt een mens honger. Om die te stillen, gingen we naar het Italiaanse restaurant Pomo d’oro. Ze toveren heerlijke gerechten op tafel. Niet Hongaars goedkoop, maar wel héél lekker… Het overwegen waard.
We reizen op ons eigen tempo en op onze eigenwijze manier. Meestal combineren we toeristische bezienswaardigheden met minder ‘betreden’ paden. Er is zoveel meer te ontdekken dan wat reisgidsen ons voorschrijven te volgen. Waarom zou je niet een onbekende straat inslaan of een trein nemen naar een halte die grappig klinkt?
Ook onze slaapadresjes kiezen we doelbewust. Meestal verblijven we in een B&B. We houden nogal van persoonlijk contact. Tips van de plaatselijke bevolking zijn altijd en overal interessant. Het reizen begint thuis met plannen. Vooraf surfen we het net af. We zoeken, vergelijken en controleren op tripadvisor. Weet vooraf wat je zoekt. Kies je voor gastronomie, locatie of luxe? Voor ons verblijf in Boedapest, kozen we B&B Anabelle. Deze ligt aan de ‘Pest’-zijde van de stad, vlakbij het metrostation en het parlement. Wat ons betreft, een goede uitvalsbasis. Er weerklonken vreugdekreten toen het mailtje van eigenaar Thomas ons meldde dat we een upgrade kregen. Het bleek niet de eerste de beste upgrade. Onze kleine kamer (want we zijn bij een citytrip toch zelden ‘thuis’), werd een penthouse met zicht op de oude stad. We hebben een benedenverdieping met keuken, salon, eetplaats en dan een trap naar onze slaapkamer met aanpalende badkamer. De uitsmijter is een dakterras met prachtig uitzicht over de oude stad. Vanuit ons bed zien we de heuvels met historische gebouwen. Een upgrade waar we een welgemeende dankjewel voor zeggen. Met onze geldbuidel hadden we dit nooit geboekt. Luxe is voor ons geen prioriteit maar wel plezant als je het er gratis bovenop krijgt. En daar gaan we van genieten. Lees: nu. Vanaf nu krijgen ook onze citytrips en dichtbij-vakanties een plaatsje op de blog. We nemen jullie graag mee op onze vijfdaagse reis naar Boedapest. Veel leesplezier.
Wouter & Sofie |
|