Vandaag zochten we naar een paal. Naar dé paal, de grootste totempaal in Canada. Tevergeefs. Misschien groeide hij onder de grond want op heel Beacon Hill konden we niets vinden. De wandeling door het park leverde ons ook niet veel op: een drugsverslaafde die nogal raar deed, enkele oude dames die aan het (mini)golfen waren, de tuinman die de bloemen bewaterde, enkele kinderen die door de fonteinen huppelden en dat was het zowat. Daarna naar ‘The Royal British Columbia Museum’ geweest. Onze verwachtingen waren hoog gespannen want dit museum staat in de top tien van beste musea in Noord-Amerika. Geprobeerd om reductie te krijgen met de lerarenkaart, maar de vis beet niet… ;-) Ook het museum heeft ons niet omver geblazen. De zalen over de fauna en flora van het eiland waren mooi ingekleed maar daar bleef het dan ook bij. Alle informatie was zeer oppervlakkig. Een beetje teleurgesteld keerden we terug naar ons gasthuis. Een vreemd dier kruiste ons pad. Na verdere observatie bleek het een zee-otter te zijn! Alweer een zeldzaam dier van onze lijst geschrapt. Hij had grote honger en liet een fotoshoot toe! We hebben besloten om een wildteller in te voeren: - Orka’s: 4 stuks (op de boot vanuit Victoria) - Een troep zeehonden (op de boot vanuit Victoria) - Jef: een zeehond met een eetprobleem (in Fisherman’s warf, Victoria) --> Tina, ik denk dat je hem zal moeten redden ’t is een Sammeke… :-) - Zee-otter: helemaal in één stuk (Victoria) Morgen vertrekken we naar Tofino. Het zal een zware rit worden, zo’n 320km (5u rijden met de maximum toegelaten snelheid) en de weersverwachtingen zien er niet goed uit. Waarschijnlijk verdwijnen we ook voor vier dagen van de radar. Er is niet op alle plaatsen gsm-bereik en we hebben geen idee of we internetverbinding hebben. Alleszins allemaal bedankt voor de fijne reacties op de blog! Tot gauw, Wouter en Sofie
3 Comments
De reclamefolders met orka’s en walvissen worden gedrukt om mensen om de tuin te leiden. Om ze grof geld te laten neertellen voor een ritje in een wildwaterbaan waar ze misselijk uitkomen. Of erger nog om iedereen te laten geloven dat er gigantische beesten bestaan die al lang uitgestorven zijn. Zo draaien de zaken goed en mag je al je tenen kussen als je nog maar een zeehond of bruinvis ziet. Na onze boottochten in Nieuw-Zeeland, Schotland, op de Noordzee, Schelde en Durme was ik overtuigd: grote zeebeesten bestaan niet. Elke keer hadden de natuurgidsen, schippers of stuurlui wel een uitleg: het weer zat niet mee of we hadden het verkeerde seizoen gekozen… Vandaag was het de laatste keer dat ze me van mijn ongelijk mochten overtuigen. Na een stevig ontbijt in ons gasthuis (lees: gebakken patatjes, twee gepocheerde eieren met gerookte zalm, spinazie en brood), gingen we naar het centrum van Victoria. Onze kaartjes hadden we vooraf bij de ‘Prince of Whales’ geboekt. Gelukkig maar, want om kwart over twaalf gingen 64 mensen aan boord van de boot. Daarmee zat hij ook vol. Tegen hoge snelheid voeren we tussen kleine eilanden. Na een dik uur begon iedereen wat nerveus te worden. Ikzelf had ook last van de ‘ze-bestaan-niet-koorts’. Zeker toen onze schipper plotseling rondjes begon te draaien op een bepaalde plaats. ‘Gaat hij ze zo lokken?’ vroeg ik cynisch. Mijn vraag werd met geroezemoes en wijzende vingers beantwoord. Een zwartwitte stip met vin zwom verderop. ‘Ze bestaan!’ riep ik blij. Waarop de hele boot naar mij keek en ik mijn eerste intieme moment met orka Echo deelde. Daarna een dansende orka met kalf. Uiterst moeilijk te fotograferen (misschien minder voor jullie), maar we hebben ze gezien! En orka Michael een kerel met gigantische vin. En dat mag je wel letterlijk nemen. Mannen willen echt overal de grootste hebben… Ook al geloofde ik het niet: onze kapitein kent wat van zeebeesten lokken. Gedurende een kwartier hebben we de vier orka’s alleen voor onze boot en daarna kwamen alle andere maatschappijen als aasgieren naast ons gevaren. Als het van ons afhing, konden we daar nog wel een poos blijven, maar jammer genoeg moesten we terug naar de haven. Daarna nog wat rondgekuierd op de fishersman’s warf. Ons goed gedaan aan een krab. Deze ochtend gevangen in de zee, vers bereid en een kopje kleiner gemaakt met een hamer (sorry voor de dierenliefhebbers: hij was dood voor hij gekookt werd). Een gepeuzel, maar superlekker! Na deze onvergetelijke dag duik ik het bad in om zelf orka te spelen. Tot morgen, orka Sofie Vandaag was het zover, de eerste reisdag. Dit wil zeggen alle gerief terug in de tassen pakken (bah), afscheid nemen van het eerste logeeradres (weih) en de huurauto oppikken (jeej!). We kozen gelet de vele gravelwegen voor een SUV (sports utility vehicle) van Alamo die we op voorhand reserveerden via tioga reizen om zo de torenhoge verzekeringskosten te ontlopen. Het ophalen ervan is altijd een beetje spannend, want je weet nooit wat het zal worden… Het bleek een Ford te betreffen, meer bepaald een Ford Escape (voor de autokenners onder ons). In trendy wit. Na een klein testje voelde mijn lievie zich zeker genoeg om zich op de openbare weg te begeven. En zo ging het in sneltreinvaart naar de ferry voor Victoria, de hoofdstad van de provincie British Columbia en gelegen op Vancouver Island. Nu ja, laat de snel (en de trein) er maar af, want bijna nergens mag je meer dan 80km per uur en wonder boven wonder, iedereen houdt er zich ook aan (ja ja, ook de Audi en BMW rijders). Spijtig genoeg lieten de wegwijzers ons al snel in de steek en vermits we geen gps hadden besteld (we zouden ons plan wel trekken), zat er niets anders op dan de weg te vragen. Echter, na wat geroefel met de boordcomputer bleek er toch een lieve dame (Violet) in te zitten die ons naar onze bestemming wou gidsen, waardoor we zelfs nog met een vroegere boot meekonden. Voor het inschepen, besloten we onze auto eens aan een grondige inspectie te onderwerpen. En dit viel positief uit. Zetelverwarming, parkeerassistentie en twee knopjes aan het plafond. Waarvoor zouden die zijn? Even in het boekje kijken. Wacht, hier staat iets over een panoramisch dak. Nee?! Even testen, ja hoor zonnewering weg en daar is het glazen dak!!! Wat een meevaller! Na een mooie overtocht nog een ommetje gemaakt naar de Butchart Gardens, veruit de bekendste tuinen van heel Canada. Niet goedkoop, veel volk maar meer dan de moeite waard. Overal bloeiende bloemen en planten in de meest diverse kleuren. En dit op zijn Engels, Italiaans, Frans of Japans. En als top of the bill, een prachtige rozentuin! Vervolgens doorgereden naar ons verblijf in Victoria, een guesthouse van de plaatselijke brouwerij annex pub annex restaurant, gelegen in een mooi Victoriaans (ja, echt) huis. Na de pubmaaltijd (met plaatselijk bier) snel onze nest ingekropen om klaar te zijn voor de grote zeebeesten show morgen… Fleurige groeten, Wouter Ontbijt met de televisie aan mag enkel als de tour de France spectaculair genoeg is om te kijken. En daar viel wel wat voor te zeggen op ‘Bastille Day’. Manlief was met geen stokken buiten te krijgen vooraleer Jurgen VDB over de meet was. Ja, ik begon me wat te vervelen. Ik heb namelijk last van een klein jetlagske en was al springlevend wakker om 5 uur deze ochtend. Wie zou dat geloven? ;-) Onze tocht bracht ons vandaag voorbij veelzijdig Vancouver: · The Vancouver Convention Center: Een met gras bedekt gebouw dat uitzicht heeft op de haven. Jetsetters nemen hun klein of minder kleine jacht. Toeristen vergapen zich aan watervliegtuigen en zakenmannen rusten uit op de tientallen bankjes op de boulevard. · Canada Place: Het enige echte vlinderpaleis van het Westen. Geen vervelende dossiers te verwerken, wél een schitterend uitzicht over de gigantische Disneycruiseboot en de haven. Veel bedrijvigheid. · Gastown: Gassy (opschepperige) Jack kwam hier terecht en kroonde zichzelf tot burgemeester van Vancouver. Het begin van een stad… En nu een wijk die vooral gekenmerkt is door zijn stoomklok, winkelstraten met interieurzaken of verbouwde panden met gezellige pubs en restaurants. Het doet me een beetje denken aan het Zuid in Antwerpen. · The Old Spaghetti Factory: Gezellige plaats om een heerlijke pasta te eten. Wij weten het want wij waren hier! · Achterbuurt 1: We bereiden ons altijd goed voor: een kaart, een route, vooraf wat informatie lezen,… Het enige wat we over het hoofd zagen was de buurt die tussen Gastown en Chinatown lag. Zwervers, drugsverslaafden,… Een minder fraai gezicht van Vancouver. Er toch wel met een iets snellere wandelpas doorgewalst. · Chinatown: De grootste van Canada. En dat is niet gelogen. Een rustig park in het midden van de stad, échte Chinese winkels met ondefinieerbare producten en Chinezen die je aanstaren. Het China-gevoel was niet ver te zoeken. · Achterbuurt 2: Een straat met vervallen gebouwen, een hotel waar alleen kakkerlakken huizen en mensen die zwalpend over de straat lopen. ‘Misschien toch maar de camera wegsteken’, zei Wouter. En de wandelpas werd een snelwandelpas… · Miniboot: Een grappig bootje genomen naar Granville. · Granville: De hippiebuurt, met overdekte markt. Wat een geuren, kleuren en indrukken. Straatmuzikanten, speciaalzaken (papier, speelgoed, kunst,…). Een geweldige verscheidenheid aan mensen en eten (lekker!). · Nog een miniboot: Die ons naar de overkant bracht. · Van het strand naar de chique buurt: houten huizen met een balkon en wiebelbanken. Met lantaarns aan het plafond en bloemen over het terras. Zoals je je in de films voorstelt en daarachter: · De regenboogbuurt: Nergens zoveel openheid voor holibi’s. Geweldig dat iedereen zichzelf hier kan zijn. Met of zonder onderbroek aan, echte of valse borsten,… Het maakt lekker niets uit! I love it! Na deze injectie ‘grootstad’, zijn we klaar om verder te gaan. Morgen pik ik de huurwagen op en dan trekken we naar Victoria. Dé uitvalsbasis voor Orka’s. Ja, mama en papa jullie verjaardagscadeau zal daar uitgegeven worden. J Hopelijk zijn de lieve beestjes deze keer niet op vakantie. Tot gauw, Sofie & Wouter Bovenlichaam gespierd (minstens vijf keer per week fitness), kogelvrije vest en een heel potje gel uit het Kruidvat in zijn haar gesmeerd. Achterovergekamd, als fijne touwtjes tegen het schedel geplakt (minstens een half uur werk).
‘High?’ vraagt hij liggend op zijn stoel. Ik twijfel niet en kijk onmiddellijk in zijn ogen. Ze staan scherp. Ik denk na hoe hoog ons vliegtuig heeft gevlogen. ‘High?’ vraag ik voor de zekerheid. ‘Why?’ verbetert hij. Het is een man van weinig woorden, kort van stof. Ik moet het raadsel zelf oplossen. ‘Omdat we op reis gaan.’ Hij kijkt ons bedenkelijk aan. Het ziet er naar uit dat hij ons hier nog een tijdje zal houden… Deze twee vliegen die aan een Montrealeense vliegenvanger vastkleven. Vertraging vlucht Brussel-Montreal: we zitten hier nog even vast (geplakt), zonder gel. ‘Verkoopt u ook berenspray?’ ‘Muggenspray,’ verbetert ze, ‘hebben we in verschillende vormen en soorten. We hebben er voor tropische gebieden en ook de mildere variant. U kan voor de klassieke spray opteren, die heeft als voordeel dat u hem op uw kledij kan spuiten. Maar we hebben ook de roller. Die is klein en compact.’ Er volgt een stilte. Waarschijnlijk omdat er verwacht wordt dat ik mijn keuze maak. Ik laat mijn ogen over de vijf verschillende producten glijden en controleer of ik niets over het hoofd zie. Op de flesjes staan afbeeldingen van muggen, dazen, teken, wespen. Geen beren. ‘Waar gaat u precies naartoe?’ Een beetje verveeld voor de moeite die ze doet, schud ik het hoofd en herhaal ik luid: ‘U heeft me vast verkeerd begrepen, ik zoek berenspray.’ Blijkbaar spreek ik te luid want de man die naast mij staat verslikt zich terwijl hij uitleg vraagt over aambeienzalf en de twee dames achter de toonbank staren me aan alsof een grizzly hun pad gekruist heeft. Deze situatie wil ik in Canada vermijden. Totale verlamming van de hersenen. ‘Mijn man… ’ Ik kan niet verder kijken dan het openstaande berenhol van de bediende. 'Mijn man heeft...', probeer ik een laatste keer de situatie te redden. Wat maakt het uit of ze weet dat ik die spray aanschaf omdat mijn man wil dat ik gerust ben. Zodat ik niet de hele tijd opgefokt rondkijk omdat ik denk dat ik misschien achtervolgd word door een beer. ‘Ach laat maar, geef maar een doosje Immodium.’ ‘Instant, mevrouw?’ ‘Ja, graag.’ Sofie (Geen van deze gebeurtenissen berust op waargebeurde feiten of misschien.... ;-))
Beste familie, vrienden en collega’s Een maand voor vertrek openen we onze reispagina officieel. Bij deze is de eerste zin geplaatst, volgt er… aperitief (uiteraard) en… een volgende zin (flauw, ik weet het). Wat te verwachten? We bestoken jullie met anekdotes, weetjes en heldenverhalen waarin we zelf de hoofdrol spelen. Geen orka te diep, geen beer te harig en geen gletsjer te (k)oud. Praktisch? We behouden onze rituelen. Wouter en ikzelf bloggen beurtelings. Lekker retro, niet? Wouter is gids en ik ben de impressionist. Samen maakt dat een kakafonie aan verhalen en dat is (hopelijk) aangenaam om lezen. Hoe? Met een dikke jas op de wc als het te koud is, met een deodorant in de hand om beesten te verjagen of vanop een smalle tak in de hoogste boom. Schrijven lukt overal, posten enkel als er een draadje uit de grond groeit. Waar ik nu vooral aan denk? · Wat als we de laatste supermarkt in het voorlaatste dorp voorbij rijden? · Wat als een beer me vraagt de polka te dansen? · Wat als de tank leeg is en het volgende tankstation 500km verder ligt? · Wat als Canada niet meer dan een droom is? · Ja, wat dan eigenlijk? Tot binnenkort?! Sofie (blogger 1) – Wouter (eindredacteur) |
Vorige posts
April 2015
Links
|