Dag Allemaal, Joepie, Humo, Flow, Libelle,... en lieve lezers, Laten we beginnen met het begin. Vanuit Jasper zijn we naar de Miette Hotsprings gereden. Op het einde van een verre vallei in een ver dal lag een oud zwembad verscholen tussen hoge dennen. We hebben op geheel ontspannen wijze gedobberd en gesudderd (zo gaat dat bij watertemperaturen rond 50 graden) tot al onze stramme spieren losgeweekt waren. Voor de durvers was er het ijskoude dompelbad bij (ja, ik ben een durver… ;-)) Daarna ging het verder naar het Columbia Icefield. De Athabasca Gletsjer maakt deel uit van dit gletsjergebied en is ongeveer 6 vierkante kilometer groot. De ijslaag bedraagt tussen 90 en 300 meter. Aangezien al enkele toeristen in gletsjerspleten beland zijn, kan je met gids op dagtocht of met de bus het ijs op. Aangezien Wouter niet kon meedoen aan de gletsjertocht, zijn we voor de zéér toeristische, niet zo milieuvriendelijke, doch plezante bustocht gegaan. Speciaal uitgeruste ijsbussen gaan de gletsjer op en dan laten ze je los op het ijs. Amerikanen met flipflops slaan er hun voeten om, onopgevoede kinderen breken de gletsjer af, Chinezen warmen zich aan hun take-away koffie en de rest stond erbij en keek er naar. Na onze gletsjertocht ging het verder naar ons motel aan Saskatschewan River Crossing waar het na onze verplaatsing niet echt moeilijk was om de slaap te vatten. Vandaag zijn we de Icefields Parkway verder afgereden. Tegen 90km/uur. Zeer snel naar Canadese normen. Ze moeten dringend bij meneer Janssens passeren want door een tekort aan verkeersborden werd de afslag meermaals bijna gemist. Zoals gezegd passeerden we heel wat meren en gletsjers en bergen. Allen om te mooier. Het hoogtepunt zou Lake Louise worden. Blijkbaar is het verlengd weekend en dat trekt duizenden bezoekers. De auto’s staan voor de parking een kilometer lang aan beide kanten van de weg geparkeerd. Ik krijg krampen in mijn been van het remmen en er zijn weer een heleboel zotten die kuren uithalen. We besluiten om toch even door te zetten en te zien hoe ver we op de parking geraken. Parking 1 vol, 2 vol, 3 vol en bij 4 probeert een Indiër een parkeerplaats voor zijn zevenhonderste familielid bij te houden tot er een Belgisch meisje zich met witte Ford aanbiedt. Wouter zegt: ‘Dat ga je toch niet doen?’ Ik negeer. Indiër kijkt geschokt, gaat braaf opzij en wij kunnen parkeren… ;-) Het Lake Louise mag op zich niet zo fout zijn, het is een zottekot. Drommen toeristen, families die zitten te picknicken, je kan niet lopen op het pad doordat er miljoenen Japanners foto’s willen nemen,… Eerlijk? Ik mis de rust die ik al gehad heb en heb mooiere meren gezien. Onze tocht naar Moraine Lake wordt afgebroken door een file van één kilometer. We draaien om en zullen op een vroege ochtend nog wel eens terugkomen. In Field (vier straten groot) is ons gasthuis voor de komende drie dagen. We verblijven in de kelderverdieping, met tuintje en zicht op de Rockies en gaan iets eten in het enige restaurant ‘The Truffle Pig’. Een echte aanrader. Aan het plafond hangen vliegende varkens in alle mogelijke kleuren en ook het varken (of aanverwanten) die je op je bord krijgt, zijn om vingers van af te likken. Tot binnenkort! Sofie
0 Comments
Leave a Reply. |
Vorige posts
April 2015
Links
|