0 Comments
Dag luitjes,
We hebben een goed gevulde dag achter de kiezen met heel wat beestjes in de hoofdrol. Beginnen deden we met het onbijt, net als gisteren voorzag de gastvrouw ons van een cholesterolbom om de ochtend door te komen, ditmaal betrof het french toast met worstjes (rare combi maar we kijken er ondertussen amper nog van op). Nadien ging het met onze super-de-luxe SUV met satellietradio (wij wisten niet eens dat dat bestond) naar het Pacific Rim NP. Daar hebben we een wandeling gemaakt op het rainforest trail, een plankjes- en trapjeswandeling door, jawel, het regenwoud. Veel hoge bomen, varens, muggen en vocht. Ook onze eerste dier tegengekomen, één uit de kluiten gewassen slak. Vervolgens zijn we doorgereden naar Wickannish Beach waar we het South Beach Trail gelopen hebben, een korte wandeling naar een kiezelstrand omgeven door rotsen. Onderweg opnieuw beestjes gezien, één dikke en twee lange bananenslakken (zo genoemd gelet hun gele lijf met bruine vlekken). Deze beestjes kunnen makkelijk 20cm lang worden en een gewicht bereiken van meer dan 100g en zijn daarmee de twee grootste (land)slak ter wereld. In de lucht konden we ook nog twee zee-egels (sea eagles) spotten. Daarna reden we naar het verste punt voor vandaag, Ucluelet. Daar waar Tofino the rich and the famous ontvangt (John Travolta zou hier een huis hebben), herbergt Ucluelet de minder bedeelden. In de plaatselijke vissers/gok/bingo-pub een burger gegeten. Binnen stoere macho’s en zatte Rita’s. Buiten een tiental meeuwen en één steenarend (golden eagle) die probeerden een makkelijke visje te scoren aan de visversnijdingsstand. Hierna was het opnieuw wandeltijd, met het Wild Pacific Trail. Dit pad loopt langs de ruige kust met mooie uitzichten over de Grote Oceaan, de eilandjes voor de kust van Ucluelet en de plaatselijke vuurtoren. Onderweg hoorden we precies het geloei van (zee)koeien, maar helaas deze lieten zich niet zien. Even later sprong Sofie een gat in de lucht, ze was bijna op een beest gestapt (dat zou niet de eerste keer zijn). Ze dacht in eerste instantie dat het een salamander was, maar niets was minder waar. Het bleek om een slang te gaan van zo’n 50cm lang, uitgedost in de Belgische kleuren (speciaal voor de Nationale Feestdag uiteraard). Na opzoeking bleek het te gaan om een Common (Puget Sound) Garter Snake, een niet-gevaarlijke veel voorkomende slangensoort in BC. Op de parking ook nog twee mooie vogels gespot, Steller Gaaien. Kraaiachtigen met een mooie donkerblauwe kleur. Op de terugweg nog even gestopt op Long Beach, het langste strand van Pacific Rim NP. Een lang, breed en vlak strand gekenmerkt door de vele aangespoelde boomstammen en de hoge golven die surfers aantrekken. Met de auto nog Radar Hill opgereden voor een uitzicht over het regenwoud. Een beetje een vreemde gewaarwording vermits we er helemaal alleen waren (ondanks twee grote parkings op de top). Sofie dacht al dat haar laatste uur geslagen was toen ze meende een beer te zien in de bosjes, hier bleek echter niets van aan… Beestige groetjes, Wouter Deze ochtend alweer verwend met een lekker ontbijt door gastvrouw Valerie. We hebben onze dosis eitjes voor de komende drie maanden wel binnen, denk ik. Gemiddeld twee per dag… Onze gastentafel deelden we met twee Belgen en drie Zwitsers. We waren in Europees gezelschap. Tip om Europeanen van Canadezen/Amerikanen te onderscheiden: wij eten met mes en vork, zij met de hand of hooguit met een vork. ;-) Gezien onze opvolging van activiteiten is het vandaag rustig-aan-dag. Tegen 30km/u zijn we door het centrum naar Chesterman Beach getuft en daar zijn we gaan wandelen. Allé ja, we hebben op de tast het strand afgelopen. Bij laag tij kan je hier zeesterren en anemonen zien en dat vonden we interessant genoeg om onze rustdag te doorbreken. De hele tijd liepen we in een wolk, het enige herkenningspunt was de kustlijn tot we plots overal water zagen: voor, links en rechts. Efkes paniek: checkup à is het écht laagtij? Ja. En hoe kunnen we overal water zien, hallucineer ik? Nee, we zitten op een eiland. Na wat rondkijken enkele prachtige zeesterren gezien en anemonen en wier en mossels en al waar we geen naam voor hebben… Prachtig! Zie foto’s. Terug aan onze auto begon het op te klaren (typisch). Nu rustig aan met een boek en zicht op de baai in onze B&B! Alleen het glas wijn ontbreekt (onbetaalbaar hier). Spijtig, maar je kan niet alles hebben en het adembenemend uitzicht telt voor veel meer. Daarnet twee zee-arenden gespot. Nu nog een orka die voorbij zwemt of een beer die op het terras passeert en we zijn gesteld… Groetjes vanuit het vochtige Tofino. We sturen jullie wat verkoeling op. ‘Mijn naam is Jessy en ik bedien jullie vandaag. Je mag alles vragen wat je maar wil.’ Dat zal ik onthouden, denk ik. ‘Hoe gaat het trouwens, hebben jullie genoten van de dag?’ Zijn monoloog ruimt plaats voor een oprechte interesse in de mensheid. Want zo gaat het hier, hoe beter je je best doet, hoe meer fooi je krijgt. Service is niet inbegrepen in de prijs van maaltijden en die betaal je extra. De minimumstandaard is 15%. Alles wat je minder geeft, wordt als onbeschoft beschouwd. Hoog tijd om te controleren of deze ober zijn centen waard is. Ik pik in op zijn vraag: ‘Eigenlijk gaat het niet goed. Mijn man en ik hadden lang voor deze reis gespaard. Net nadat we 300km hadden gereden, begonnen we ruzie te maken. Hij had mij niet verteld dat er hier naast beren ook poema’s en wolven zitten. Er is ook tsunamigevaar. Daar ben ik niet op voorzien. Omdat ik zo hysterisch begon te doen, heeft hij mij uit de auto gegooid. Daarna ben ik in de gietende regen verder gewandeld en gelukkig kwam ik deze vriendelijke kerel tegen die mij een warm bed aanbood en me op een diner wou trakteren.’ Ik knipoog naar Wouter, Wouter lacht zwoel terug en Jessy wankelt. ‘Gelukkig dat het zo goed is afgelopen. Deze man heeft alleszins goede smaak want hij heeft voor jou het beste restaurant in de stad uitgekozen: onze vis en cocktails zijn fenomenaal.’ Het bandje van zijn automatisch antwoordapparaat gaat verder. Zoals ik al vermoedde is hij niet echt gewoon om in te spelen op zo’n situaties. De eerste ober die creatief genoeg is, krijgt van mij een fooi van 20%. Laten we bij deze de wedstrijd officieel openen… Feiten: · Vandaag iets meer dan 300km gereden met de auto. Vijf uur onderweg geweest. Deels door de snelheidslimiet (ligt nooit hoger dan 80km/uur) en de vele verkeerslichten op de hoofdbaan. Laatste uur veilig de bochten in de regen doorsparteld. · Een stop bij Chemaimus: een houthakkersdorp waar ze de gevels van de huizen opsmukken met muurschilderijen. · In het bezoekerscentrum hebben we een pas aangekocht voor alle nationale parken in Canada. · Tofino is omgeven door water en baaien. Waar het land is, heb je regenwoud. Er valt hier dan ook meer dan 9000mm water per jaar. Niet verwonderlijk dat het hier nu regent… De komende dagen gaan we zeesterren zoeken op de stranden (bij laag tij) en wandelen in het regenwoud. Misschien komen we wel een beer tegen of een ander wild dier. Hopelijk is die een beetje creatiever dan de gemiddelde obers die een centje willen bijverdienen… Tot gauw! Vandaag zochten we naar een paal. Naar dé paal, de grootste totempaal in Canada. Tevergeefs. Misschien groeide hij onder de grond want op heel Beacon Hill konden we niets vinden. De wandeling door het park leverde ons ook niet veel op: een drugsverslaafde die nogal raar deed, enkele oude dames die aan het (mini)golfen waren, de tuinman die de bloemen bewaterde, enkele kinderen die door de fonteinen huppelden en dat was het zowat. Daarna naar ‘The Royal British Columbia Museum’ geweest. Onze verwachtingen waren hoog gespannen want dit museum staat in de top tien van beste musea in Noord-Amerika. Geprobeerd om reductie te krijgen met de lerarenkaart, maar de vis beet niet… ;-) Ook het museum heeft ons niet omver geblazen. De zalen over de fauna en flora van het eiland waren mooi ingekleed maar daar bleef het dan ook bij. Alle informatie was zeer oppervlakkig. Een beetje teleurgesteld keerden we terug naar ons gasthuis. Een vreemd dier kruiste ons pad. Na verdere observatie bleek het een zee-otter te zijn! Alweer een zeldzaam dier van onze lijst geschrapt. Hij had grote honger en liet een fotoshoot toe! We hebben besloten om een wildteller in te voeren: - Orka’s: 4 stuks (op de boot vanuit Victoria) - Een troep zeehonden (op de boot vanuit Victoria) - Jef: een zeehond met een eetprobleem (in Fisherman’s warf, Victoria) --> Tina, ik denk dat je hem zal moeten redden ’t is een Sammeke… :-) - Zee-otter: helemaal in één stuk (Victoria) Morgen vertrekken we naar Tofino. Het zal een zware rit worden, zo’n 320km (5u rijden met de maximum toegelaten snelheid) en de weersverwachtingen zien er niet goed uit. Waarschijnlijk verdwijnen we ook voor vier dagen van de radar. Er is niet op alle plaatsen gsm-bereik en we hebben geen idee of we internetverbinding hebben. Alleszins allemaal bedankt voor de fijne reacties op de blog! Tot gauw, Wouter en Sofie De reclamefolders met orka’s en walvissen worden gedrukt om mensen om de tuin te leiden. Om ze grof geld te laten neertellen voor een ritje in een wildwaterbaan waar ze misselijk uitkomen. Of erger nog om iedereen te laten geloven dat er gigantische beesten bestaan die al lang uitgestorven zijn. Zo draaien de zaken goed en mag je al je tenen kussen als je nog maar een zeehond of bruinvis ziet. Na onze boottochten in Nieuw-Zeeland, Schotland, op de Noordzee, Schelde en Durme was ik overtuigd: grote zeebeesten bestaan niet. Elke keer hadden de natuurgidsen, schippers of stuurlui wel een uitleg: het weer zat niet mee of we hadden het verkeerde seizoen gekozen… Vandaag was het de laatste keer dat ze me van mijn ongelijk mochten overtuigen. Na een stevig ontbijt in ons gasthuis (lees: gebakken patatjes, twee gepocheerde eieren met gerookte zalm, spinazie en brood), gingen we naar het centrum van Victoria. Onze kaartjes hadden we vooraf bij de ‘Prince of Whales’ geboekt. Gelukkig maar, want om kwart over twaalf gingen 64 mensen aan boord van de boot. Daarmee zat hij ook vol. Tegen hoge snelheid voeren we tussen kleine eilanden. Na een dik uur begon iedereen wat nerveus te worden. Ikzelf had ook last van de ‘ze-bestaan-niet-koorts’. Zeker toen onze schipper plotseling rondjes begon te draaien op een bepaalde plaats. ‘Gaat hij ze zo lokken?’ vroeg ik cynisch. Mijn vraag werd met geroezemoes en wijzende vingers beantwoord. Een zwartwitte stip met vin zwom verderop. ‘Ze bestaan!’ riep ik blij. Waarop de hele boot naar mij keek en ik mijn eerste intieme moment met orka Echo deelde. Daarna een dansende orka met kalf. Uiterst moeilijk te fotograferen (misschien minder voor jullie), maar we hebben ze gezien! En orka Michael een kerel met gigantische vin. En dat mag je wel letterlijk nemen. Mannen willen echt overal de grootste hebben… Ook al geloofde ik het niet: onze kapitein kent wat van zeebeesten lokken. Gedurende een kwartier hebben we de vier orka’s alleen voor onze boot en daarna kwamen alle andere maatschappijen als aasgieren naast ons gevaren. Als het van ons afhing, konden we daar nog wel een poos blijven, maar jammer genoeg moesten we terug naar de haven. Daarna nog wat rondgekuierd op de fishersman’s warf. Ons goed gedaan aan een krab. Deze ochtend gevangen in de zee, vers bereid en een kopje kleiner gemaakt met een hamer (sorry voor de dierenliefhebbers: hij was dood voor hij gekookt werd). Een gepeuzel, maar superlekker! Na deze onvergetelijke dag duik ik het bad in om zelf orka te spelen. Tot morgen, orka Sofie Vandaag was het zover, de eerste reisdag. Dit wil zeggen alle gerief terug in de tassen pakken (bah), afscheid nemen van het eerste logeeradres (weih) en de huurauto oppikken (jeej!). We kozen gelet de vele gravelwegen voor een SUV (sports utility vehicle) van Alamo die we op voorhand reserveerden via tioga reizen om zo de torenhoge verzekeringskosten te ontlopen. Het ophalen ervan is altijd een beetje spannend, want je weet nooit wat het zal worden… Het bleek een Ford te betreffen, meer bepaald een Ford Escape (voor de autokenners onder ons). In trendy wit. Na een klein testje voelde mijn lievie zich zeker genoeg om zich op de openbare weg te begeven. En zo ging het in sneltreinvaart naar de ferry voor Victoria, de hoofdstad van de provincie British Columbia en gelegen op Vancouver Island. Nu ja, laat de snel (en de trein) er maar af, want bijna nergens mag je meer dan 80km per uur en wonder boven wonder, iedereen houdt er zich ook aan (ja ja, ook de Audi en BMW rijders). Spijtig genoeg lieten de wegwijzers ons al snel in de steek en vermits we geen gps hadden besteld (we zouden ons plan wel trekken), zat er niets anders op dan de weg te vragen. Echter, na wat geroefel met de boordcomputer bleek er toch een lieve dame (Violet) in te zitten die ons naar onze bestemming wou gidsen, waardoor we zelfs nog met een vroegere boot meekonden. Voor het inschepen, besloten we onze auto eens aan een grondige inspectie te onderwerpen. En dit viel positief uit. Zetelverwarming, parkeerassistentie en twee knopjes aan het plafond. Waarvoor zouden die zijn? Even in het boekje kijken. Wacht, hier staat iets over een panoramisch dak. Nee?! Even testen, ja hoor zonnewering weg en daar is het glazen dak!!! Wat een meevaller! Na een mooie overtocht nog een ommetje gemaakt naar de Butchart Gardens, veruit de bekendste tuinen van heel Canada. Niet goedkoop, veel volk maar meer dan de moeite waard. Overal bloeiende bloemen en planten in de meest diverse kleuren. En dit op zijn Engels, Italiaans, Frans of Japans. En als top of the bill, een prachtige rozentuin! Vervolgens doorgereden naar ons verblijf in Victoria, een guesthouse van de plaatselijke brouwerij annex pub annex restaurant, gelegen in een mooi Victoriaans (ja, echt) huis. Na de pubmaaltijd (met plaatselijk bier) snel onze nest ingekropen om klaar te zijn voor de grote zeebeesten show morgen… Fleurige groeten, Wouter Ontbijt met de televisie aan mag enkel als de tour de France spectaculair genoeg is om te kijken. En daar viel wel wat voor te zeggen op ‘Bastille Day’. Manlief was met geen stokken buiten te krijgen vooraleer Jurgen VDB over de meet was. Ja, ik begon me wat te vervelen. Ik heb namelijk last van een klein jetlagske en was al springlevend wakker om 5 uur deze ochtend. Wie zou dat geloven? ;-) Onze tocht bracht ons vandaag voorbij veelzijdig Vancouver: · The Vancouver Convention Center: Een met gras bedekt gebouw dat uitzicht heeft op de haven. Jetsetters nemen hun klein of minder kleine jacht. Toeristen vergapen zich aan watervliegtuigen en zakenmannen rusten uit op de tientallen bankjes op de boulevard. · Canada Place: Het enige echte vlinderpaleis van het Westen. Geen vervelende dossiers te verwerken, wél een schitterend uitzicht over de gigantische Disneycruiseboot en de haven. Veel bedrijvigheid. · Gastown: Gassy (opschepperige) Jack kwam hier terecht en kroonde zichzelf tot burgemeester van Vancouver. Het begin van een stad… En nu een wijk die vooral gekenmerkt is door zijn stoomklok, winkelstraten met interieurzaken of verbouwde panden met gezellige pubs en restaurants. Het doet me een beetje denken aan het Zuid in Antwerpen. · The Old Spaghetti Factory: Gezellige plaats om een heerlijke pasta te eten. Wij weten het want wij waren hier! · Achterbuurt 1: We bereiden ons altijd goed voor: een kaart, een route, vooraf wat informatie lezen,… Het enige wat we over het hoofd zagen was de buurt die tussen Gastown en Chinatown lag. Zwervers, drugsverslaafden,… Een minder fraai gezicht van Vancouver. Er toch wel met een iets snellere wandelpas doorgewalst. · Chinatown: De grootste van Canada. En dat is niet gelogen. Een rustig park in het midden van de stad, échte Chinese winkels met ondefinieerbare producten en Chinezen die je aanstaren. Het China-gevoel was niet ver te zoeken. · Achterbuurt 2: Een straat met vervallen gebouwen, een hotel waar alleen kakkerlakken huizen en mensen die zwalpend over de straat lopen. ‘Misschien toch maar de camera wegsteken’, zei Wouter. En de wandelpas werd een snelwandelpas… · Miniboot: Een grappig bootje genomen naar Granville. · Granville: De hippiebuurt, met overdekte markt. Wat een geuren, kleuren en indrukken. Straatmuzikanten, speciaalzaken (papier, speelgoed, kunst,…). Een geweldige verscheidenheid aan mensen en eten (lekker!). · Nog een miniboot: Die ons naar de overkant bracht. · Van het strand naar de chique buurt: houten huizen met een balkon en wiebelbanken. Met lantaarns aan het plafond en bloemen over het terras. Zoals je je in de films voorstelt en daarachter: · De regenboogbuurt: Nergens zoveel openheid voor holibi’s. Geweldig dat iedereen zichzelf hier kan zijn. Met of zonder onderbroek aan, echte of valse borsten,… Het maakt lekker niets uit! I love it! Na deze injectie ‘grootstad’, zijn we klaar om verder te gaan. Morgen pik ik de huurwagen op en dan trekken we naar Victoria. Dé uitvalsbasis voor Orka’s. Ja, mama en papa jullie verjaardagscadeau zal daar uitgegeven worden. J Hopelijk zijn de lieve beestjes deze keer niet op vakantie. Tot gauw, Sofie & Wouter Bovenlichaam gespierd (minstens vijf keer per week fitness), kogelvrije vest en een heel potje gel uit het Kruidvat in zijn haar gesmeerd. Achterovergekamd, als fijne touwtjes tegen het schedel geplakt (minstens een half uur werk).
‘High?’ vraagt hij liggend op zijn stoel. Ik twijfel niet en kijk onmiddellijk in zijn ogen. Ze staan scherp. Ik denk na hoe hoog ons vliegtuig heeft gevlogen. ‘High?’ vraag ik voor de zekerheid. ‘Why?’ verbetert hij. Het is een man van weinig woorden, kort van stof. Ik moet het raadsel zelf oplossen. ‘Omdat we op reis gaan.’ Hij kijkt ons bedenkelijk aan. Het ziet er naar uit dat hij ons hier nog een tijdje zal houden… Deze twee vliegen die aan een Montrealeense vliegenvanger vastkleven. Vertraging vlucht Brussel-Montreal: we zitten hier nog even vast (geplakt), zonder gel. |
Vorige posts
April 2015
Links
|