Vandaag werkten we verder aan onze lijst Werelderfgoed. Al konden de tegenstellingen tussen de beide “monumenten” die we vandaag bezochten niet veel groter zijn. Opnieuw een vroege start want we gingen alweer met de Shinkansen (echt een straf ;)) op pad. Voor vertrek nog even onze obligate koffie- en chocolademelkstop bij Doutor (de Japanse Starbucks). Ditmaal legden we 337,6 km af in 80 minuten (inclusief twee stops onderweg), het blijft amper te geloven. Vervolgens moesten we nog op een lokale trein en op de boot om uiteindelijk te kunnen landen op Miyajima, een eiland in de Japanse binnenzee. Dit eiland wordt gekenmerkt door zijn “drijvende” torii, die deel uitmaakt van de Itsukushima-schrijn. De torii drijft natuurlijk niet echt, maar staat wel ruim 100m ver in de zee. Bij vloed lijkt het dan ook of ze drijft op het water, maar bij eb kan je er zo naar toelopen. Het schrijn is dan ook toepasselijk opgedragen aan de dochters van de Shinto-god van de zee. Het eiland werd eeuwenlang beschouwd als een heilige plaats die niet door pelgrims mocht worden betreden om de puurheid ervan te bewaren. Uiteindelijk werd het schrijn letterlijk met de voeten in het water gebouwd zodat pelgrims toch tot hier konden komen. Nu nog steeds is het verboden aan de inwoners van het eiland om er kinderen op de wereld te zetten of er het tijdige voor het eeuwige ter verruilen. Een andere attractie hier zijn de “tamme” herten die rond de tempel zwerven. Deze zijn er vooral uit op om de snacks van onachtzame toeristen af te pakken, maar meestal moeten ze het stellen met het papiertje of plastiekje dat rond de etenswaar zat L. Zelf ’s middags op het eiland nog een spiesje gestekt (lekker, lekker) met als een toetje een spongecakekoekje (woord om te onthouden voor je volgende scrabblesessie) met custard en chocoladevulling (nog lekkerder!). De hertjes kregen dan ook lekker niets! De tempel en zeker de torii met het Japanse vasteland op de achtergrond is echt de moeite waard om te bezoeken, doch het massatoerisme is er teveel aan. Toeristen worden echt met busladingen inclusief gidsen met vlaggetje op de boot gezet om het eiland te bezoeken. En dit doet echt wel afbreuk aan de beleving van dit ooit zo “pure” eiland. Tip : breng indien mogelijk een nacht door in één van de hotels of ryokan (traditionele japanse b&b) op het eiland zodat je ’s morgens vroeg quasi alleen kan genieten van de sereniteit van tempel en zijn prachtige drijvende poort. En laat die lieve hertjes met rust! Vervolgens ging het met de “speedboot” over zee en rivier naar het volgende “werelderfgoed”. Al vinden we deze term hier echt niet op zijn plaats, omdat het eigenlijk niets is om te koesteren, integendeel zelfs. Op 6 augustus 1945 om 8u15 lokale tijd ontplofte op 600m hoogte boven het centrum van Hiroshima de allereerste atoombom. Hierbij werd een gebied van 11km2 met de grond gelijk gemaakt, zeventigduizend mensen stierven onmiddellijk en nog eens honderdduizend anderen in de maanden nadien. Een stille getuige van deze vreselijke gebeurtenis is de bekende A-bomb dome. Een van de weinige gebouwen die de “blast” overleefde. Naast dit gebouw, aan het bruggenhoofd dat werd geviseerd door de bom, werd het Hiroshima Peace Memorial Park aangelegd. Enerzijds om de vele slachtoffers te herdenken, anderzijds om de wereld bewust te maken van de gevolgen van het gebruik van nucleaire wapens met de bedoeling dit een halt toe te roepen. Het meest aangrijpende vonden wij het standbeeld van het kraanvogelmeisje Sadako Sasaki. Zij overleefde de aanval als kind, maar kreeg tijdens haar puberteit af te reken met leukemie ten gevolge van de straling. Volgens een oude Japanse legende kreeg men na het vouwen van duizend kraanvogels één wens. Sadoko was dan ook vastberaden om duizend kraanvogels te vouwen om haar wens in vervulling te laten gaan: een wereld zonder nucleaire wapens. Ze slaagde in haar doel, maar overleed enkele weken later. Nog steeds worden elk jaar duizenden kraanvogels opgestuurd naar Hiroshima om haar te gedenken, ze staat symbool voor het oorlogsleed van alle onschuldige kinderen waar ook ter wereld. Tot slot bezochten we nog het Peace Memorial Museum waarin de hele (voor- en na-)geschiedenis uit de doeken wordt gedaan inclusief getuigenissen en voorwerpen die hiermee verband houden. Wij kregen slechts een deel hiervan te zien gelet het museum momenteel een grote renovatie ondergaat, doch het is een aanrader. Echter niet voor de weekhartigen onder ons (zoals Sofie ;)). Hierna ging het met tram en Shinkansen terug naar Osaka, waar we omstreeks 20u moe maar voldaan aankwamen.
2 Comments
De wekker stond deze ochtend al voor zessen. Reden: we wilden voor de ochtendspits de metro en hogesnelheidstrein nemen richting Himeji. In Himeji staat er namelijk een kasteel. Niet zomaar een kasteel. Het is een van de oudste overblijvende kastelen uit de Sengoku-periode. Ik hoor jullie allemaal luidop zeggen: 'Maar ja, natuurlijk! Dat kasteel!'. Maar de eerlijkheid gebied me dat ik Wikipedia op het tabblad naast de blog heb openstaan. Het kasteel van Himeji dus, werelderfgoed. Wit, helemaal opgetrokken uit hout, stamt uit de 17de eeuw. Bestaat uit een hele hoop gebouwen, muren en weggetjes die menig tegenstander moest buiten houden. De stenen structuren onderaan zijn met de hand gelegd/gebouwd. Mocht ik dat moeten doen, ik was er zeker van dat er geen kasteel meer stond. Het kasteel van Himeji is uitgeroepen tot Werelderfgoed. En nog steeds te bewonderen. Wie goed te been is kan de trip door het kasteel maken (eenrichtingsverkeer) én op sokken (om het hout niet te beschadigen). Maar aangezien de trappen te steil waren, hielden wij het bij kiekjes maken van het kasteel (zo'n 150 keer), genieten van het zonnetje en de Homo Toeristicus bestuderen. En dat was meer dan voldoende! Naar 'huis' gingen we opnieuw met de Shinkansen. Dat is de hogesnelheidstrein. Die zo snel gaat dat je honderd kilometer aflegt in 25 minuten. Je voelt er helemaal niks van. En het is heel aangenaam reizen. Een aanrader dus. Om helemaal in de sfeer te blijven, lieten we ons verleiden tot het aankopen van bentoboxen. Dat zijn de lunchboxen van de Japanners. Zij smeren thuis geen boterhammetjes (zoals wij). Nee, zij kopen massaal bij eetstalletjes, kraampjes of in winkels een box gevuld met lekkers. Het blijft een ontdekkingstocht. Met smaken en geuren die ik niet kan thuisbrengen. Maar het oogt altijd wel verrukkelijk. En smaakt (meestal) ook goed. :-) Omdat mijn lief van Beesten houdt (in alle vormen en maten ;-)), gingen we vandaag naar het Kaiyukan Aquarium. Het aquarium is goed voor wie zich wil onderdompelen in de wereld van walvishaai, pijlstaartrog en menig kwal. En bij die laatste soort hadden we het niet enkel over het weekdier zelf. Wie het aquarium bezoekt moet immers over een paar stalen zenuwen beschikken. Het krioelt er immers van kinderen en volwassenen die 'om-ter-eerst' tegen één of ander raam willen plakken. Het is een groot complex met verschillende vistanks. Een roltrap brengt je naar de bovenste verdieping en zo daal je stelselmatig af. Mooie dieren gezien, die walvishaai van meer dan vier meter is ongetwijfeld de moeite. Evenals de kwallen en de pijlstaartroggen. Maar ons hart begon zo hier en daar wat zeer te doen. De ruimte die de dieren ter beschikking hadden was naar onze mening soms wel wat krap, los van de liters water waarin de beestjes zich bewogen. Omdat ik zo van bloesems hou, kozen we 's avonds dan weer voor een andere uitstap. Aangezien de Japanners met het openen van de bloesems Hanami vieren, wilden we dat wel eens van dichterbij bestuderen. Het Duupje van de familie/het werk krijgt de zeer belangrijke taak om de picknickmat al van 's ochtendsvroeg te draperen en bewaken. En wanneer de rest van het gezelschap zin heeft, dan schuiven ze aan onder de kersenbloesembomen. Ik moet toegeven dat na vanavond Hanami een andere betekenis voor me heeft gekregen. In de tuinen van het kasteel van Osaka was het op zijn minst sprookjesachtig om te vertoeven. We waren één van de weinige toeristen en vonden het erg fijn om ons op de sfeer van bloesemfoto's, gezelligheid en lekker eten te laten meedrijven. Oh ja, wij gingen aanschuiven bij het eetkraampje waar de meeste Japanners stonden. Alles wat we eten, is een ervaring want we begrijpen immers nooit helemaal op voorhand wat we in onze mond stoppen... We proefden er tamayaki. Een deegballetje gevuld met ondefinieerbare ingrediënten. Het smaakte enorm. En wie wil weten wat erin zit, moet het maar eens Googlen. Ik kan niet garanderen dat u het nog zal eten. ;-) Tekst volgt nog. Foto's kan je al bekijken. Osaka, zakenstad van Japan. Laten we nu pal in het kloppende hart van het werkveld verblijven. Dagelijks sporen duizenden Japanners naar de gebouwen die elkaar gebeten aankijken. Ik kan niet zeggen hoeveel mensen ik hier in maatpak heb zien passeren. Maar ik kom niet met twee handen en een duizendvoud niet toe. Ik zie groepjes mannen en vrouwen die tegen lunchtijd uit liften en deuren komen. Ze stromen kleine eetplekken binnen. Daar eten ze even gedreven met stokjes alsof ze zo ook hun verkoopcijfers de lucht induwen. Ze staan met tas op de rug geduldig aan verkeerslichten te wachten. Of ze slalommen met hun fietsen over voetpaden. En hoewel het ruist en bruist toch staan we versteld van de rust die met vlagen over ons heen valt. Er zijn geen snerpende geluiden, geen gillende werktuigen of piepende machines. En toch draait alles zoals het draait. Loopt alles over in elkaar. In blauw, beige of zwart (maatpak). We hadden al een voorgevoel. Normaal gezien kan je je tickets vooraf online inchecken en om de één of andere bizarre manier lukte dat niet. Aan de balie van de luchthaven was er hetzelfde probleem. Onze boeking stond niet gelinkt met een ticket en daardoor konden ze geen tickets printen en konden we dus niet mee. Na een heleboel telefoontjes en veranderen van balie zeven naar drie, kwam het eindelijk voor elkaar. We mochten mee op de vleugel van het vliegtuig (grapje). We boekten via Lufthansa. De eerste vlucht zou ons tot in München brengen. En van daaruit zou een spiksplinternieuw toestel ons naar Osaka vliegen. Bij het eerste vliegtuig ging het grondig mis. Het was zo’n klein toestel dat er geen instapterminal was, evenmin een roltrap. We moesten via hoge treden in het vliegtuig. Dat kon dus niet voor Wouter. En werd er, paniek alom, dan maar beslist om twee stevige bagagedragers in te zetten om Wouter in het vliegtuig te tillen. Een alles behalve fijne start. Wegens benen al danig overzet en ‘zoiets liefst geen twee keer meemaken’ hebben we onmiddellijk verdere assistentie gevraagd bij het in- en uitstappen van de andere vliegtuigen. Het was trouwens de allereerste keer dat een vliegtuig totaal niet aangepast was aan minder mobiele mensen. Maar goed. Laat elk nadeel een voordeel zijn. Want in München kregen we een erg lieve begeleiding van twee dames die ons via achterpoortjes en zijgangetjes speciale toegang verschaften. Wouter hoefde niet te stappen en ook dat scheelde een pak voor zijn benen. Het werd nog comfortabeler als ze ons weer vooraf voorzichtig aan boord plaatsten en bleek dat we drie zitjes ter onzer beschikking hadden. (Het mag ook al eens meezitten.) Ook in Osaka stonden ze ons op te wachten, maar daar waren géén trappen en dus ook geen moeilijkheden om ons zelfstandig een weg te banen door de luchthaven. Een spiksplinternieuw vliegtuig betekent ook zoveel als: er zijn drie camera’s aan het boord. En die kan je altijd raadplegen. Soms geeft dat feeërieke taferelen. Vliegen over de Oeral, bijvoorbeeld. Soms weet ik niet of het altijd een voordeel is. Want bij de landing werd er toch duchtig meegestuurd. Kan ook niet anders want de luchthaven van Kanzai ligt op een eiland (lees een kleine rechthoek omsingeld door water). Bij aankomst stond de brandweer ons op te wachten. En néé, er was geen brand. Ons vliegtuig werd gedoopt na haar eerste vlucht. Voor de champagne moesten we zelf zorgen… ;-) Vanuit de luchthaven van Kanzai, spoorden we naar ons hotel. (Over het openbaar vervoer later meer!) Dat we beseffen dat het leven kort is. En je maar beter doet wat je kan. Nu het nog kan. Dat zijn de gedachtes die vaak opduiken sinds de diagnose van Wouters spierziekte. En ja, het gaat achteruit. Het stappen gaat almaar minder vlot. En trappen lopen zijn definitief uitgesloten. Toegeven of leren leven met een beperking is een ander verhaal, vinden we. Reizen is iets wat we altijd graag gedaan hebben en altijd graag zullen doen. En deze reis is een ‘specialleke’. Want eigenlijk is het onze uitgesteld huwelijksreis. En dus moeten we er dubbel en dik van genieten. Japan, dus. Waarom? Geen idee. Omdat het ons fijn leek om nog eens compleet ondergedompeld te worden in een andere cultuur. Van kersenbloesems naar tempels, geisha’s, lekker eten en flitsende lichtreclames. Er is veel te ontdekken. Onze trip brengt ons naar vier uitvalsbasissen. We beginnen met de minst toeristische Osaka. Van hieruit zullen we met de trein uitstapjes maken naar onder andere Hiroshima, Himeji en Nara. Daarna gaan we Kyoto. Vervolgens verblijven we Kanazawa en we eindigen in de miljoenenstad Tokyo. Dat zullen onwaarschijnlijk veel indrukken en prikkels zijn voor het netvlies en de geest (en het lichaam ook ;-)).
|
|