Deze ochtend spoorden we iets later dan de afgelopen dagen naar Nara. Nara ligt ongeveer een klein uurtje van Osaka-centrum. We zijn het 'openbaar vervoeren' al goed gewend. Ik ging bijna zeggen: het loopt als een trein. Maar dat zou wel erg cliché zijn ... ;-) Toegekomen in Nara wilden we eerst de magen vullen. Dat deden we in een klein stekje. Het gaat vlot: noedels vissen met stokjes, slurpen (al hoefden we daar minder op te oefenen) ... Nadat we gegeten hadden konden we de tempels bezoeken. En de plannen zouden niet van Wouter komen, mocht het niet allemaal Werelderfgoed zijn vandaag. Of wat dacht je nu?! De Kofuku-ji-tempel is één van de zeven (ooit machtige) tempels in Nara. Hij staat er al van het jaar 669. Sommige gebouwen op het complex zijn in het verleden enkele keren afgebrand en terug opgebouwd. Maar de houten pagode met vijf verdiepingen is nog steeds in zijn oorspronkelijke staat. In de Gouden Hal staan (rara) vergulde beelden. De hal kreeg zijn naam omdat de zon de hal in een gouden gloed deed oplichten. Wie dan toch in de Kofuku-ji-tempel is, moet zeker het museum bezoeken. Je mag er geen foto's nemen, maar er staan prachtige originele stukken uit de 8ste eeuw uitgestald. We hoppen van de ene naar de andere tempel. En dat doen we niet alleen. Het is voor de Japanners het laatste weekend voor het nieuwe schooljaar begint en dat is er aan te zien. Iedereen wil naar buiten. Zeker op deze prachtige dag. Tegen 20 graden, heerlijk vertoeven. De weg naar het Kasuga-taisha-schrijn kan je het best vergelijken met een gigantische oprijlaan. Aan weerszijden staan er stenen lantaarns. En tussen die lantaarns lopen er, jawel, enkele honderden herten. Deze herten duiken op als ze zin hebben in koekjes. Die koekjes (opgepast enkel voor herten!) worden gekocht door toeristen die ze dan weer voederen aan de herten. Zucht. Ik vind dat nogal tegennatuurlijk. En had het vooral voor de Gerten die iets verderop in het bos stonden te grazen. Maar goed. De lantaarntempel dus. Gebouwd in de 8ste eeuw, alstublieft. Wie al een overdosis lantaarns had bij de aanloop, heeft die waarschijnlijk ook na het bezoek van de tempel binnenin. Wegens teveel trapjes, kon Wouter even uitrusten op het binnenplein. En kocht ik een kaartje om de rest van de site te bezoeken. Ik denk niet dat ik al ooit in mijn leven zoveel mooie lantaarns heb gezien. Ook de verduisterde hal waar kaarsjes in de lantaarns brandden, deed mij toch heel eventjes kippenvlees over heel mijn lijf krijgen. Ja, zonder twijfel: deze tweede tempel is een must-see. Onze derde en laatste stop bracht ons naar het Todai-ji complex. Dit complex is 800 op 900 meter (bron: Wikipedia) groot en werd in de 8ste eeuw na Christus door de keizer gebouwd om de goden gunstig te stemmen. Wie door de toegangspoort gaat, ontmoet twee gigantische wachters (die wel eens dringend afgestoft mogen worden). De grootste hebben mag je hier wel heel letterlijk nemen. Want de tempel is het grootste houten gebouw ter wereld. En bevat het grootste bronzen Boeddhabeeld van Japan, de Daibutsu. Hij meet maar liefst 16,2 meter en weegt 500 ton. Maar ook al de andere beelden zijn erg fraai. Na een namiddag zon, Gerten, lantaarns en tempels bracht het openbare vervoer ons terug naar huis. Al ging het op het einde bijna mis. Overtuigd dat we aan onze metrohalte waren toegekomen, stapte ik nogal zelfzeker af. Maar Wouter die bleef zitten ... Tussen alle Japanse stemmen hoorde ik plots: 'Hé, waar ga jij heen?' Ik kon nog maar net omkeren. En het scheelde geen haar of ik was helemaal 'lost in Japan'. Morgen verplaatsen we ons richting Kyoto. Klaar voor het tweede deel van onze reis. Osaka & omgeving, het was fijn met jullie kennis te maken!
0 Comments
Leave a Reply. |
|