hebben we altijd op reis. Zo vragen we info over het gebergte de Estrella, maar beslissen we bij de afslag om toch eerst naar het leistenendorp Piodoa te rijden. En afgaande op de wegwijzers in Portugal gebeurt het volgende: één richtingaanwijzer bij de eerste splitsing en bij de volgende rotonde staat niks meer aangegeven. Dus gaat ons buikgevoel de meest logische kant op… Niet dus. Een kleine kronkelbaan voert ons enkel verder van onze bestemming. En behalve het adembenemende landschap dat Manlief met zijn ogen toe bewondert, is het vooral opletten geblazen. Al een geluk dat we slechts één auto tegenkomen want zonder uitwijkstroken (een baan van een wagen breed) en mét steile afgronden (zonder vangrail of paaltjes) is het opletten geblazen. Als we na veel kronkels, een uur later de hoofdbaan bereiken, gaat het alweer fout. We missen de afslag en kunnen pas omkeren bij het volgende dorp. ‘Dat het maar beter de moeite loont’, vloek ik meermaals. ‘Dat ik het ook hoop’, piept Manlief. Hij weet immers dat ik anders de hele terugweg zeur… ;-) Gelukkig loont het ook de moeite. Dat mensen nog op deze manier kunnen leven, is bijna niet te geloven. Geen stromend water, water halen aan de bronnen, niet overal elektriciteit en vooral de afzondering spreekt ter verbeelding. Gelukkig is dit dorp nog niet overrompeld door toeristen en kunnen we er rustig doorheen wandelen. En het valt op: wat zijn de Portugezen blij met de (schamele) inkomsten die ze van toeristen ontvangen als we op het gezellige plein iets te eten en te drinken bestellen. Omdat ik van het autorijden en de spanning ervan maar niet genoeg kreeg, besloten we nog verder te rijden naar het hoogste punt van Portugal. Op de kaart leek de afstand niet zo ver, maar helaas… Optisch bedrog! De chauffeur van dienst mocht uit haar pijp komen. De Estrella is bijna 2000meter hoog en onder de Portugezen vooral gekend als winterski-gebied. Dat er ’s zomers ook wel wat te bekijken valt (wandelen, fietsen bijvoorbeeld) hebben de Portugezen nog niet door… Spijtig! Mits enkele kleine aanpassingen (kaarten, wandelpaden) zouden ze hier gemakkelijk enkele extra centen kunnen verdienen. Wij genieten alleszins van de rust en de prachtige ruwe vergezichten. Op de top is een klein winkeltje waar we wat plaatselijke kaas en brood kopen. Vergezeld met een flesje wijn en de ondergaande zon sluiten we deze mooie, doch kilometervretende dag af…
0 Comments
Dit zijn de basisregels die Portugese automobilisten meekrijgen tijdens de rijles. Lees ze aandachtig vooraleer u zich in het verkeer begeeft:
Regel 1: Hou altijd dezelfde snelheid aan. Zeventig kilometer per uur in de bebouwde kom, dat kan. Regel 2: Gebruik nooit je richtingaanwijzers, ze brengen andere mensen alleen maar in verwarring. Regel 3: Rijd zo dicht mogelijk bij je voorganger. Dit verhoogt het samenhorigheidsgevoel. Regel 4: Neem de laagste zijde van de drempel. Het is niet zo erg als je hiervoor aan de verkeerde kant van de weg rijdt. De tegenligger ziet je duidelijk en remt waarschijnlijk wel. Regel 5: Je hebt ook voorrang als je van links komt, of van je oprit of van de rotonde of… Regel 6: Parkeer waar je kan. Dit betekent zo dicht mogelijk bij je bestemming. Als dit niet lukt en je toch twee meter moet stappen, dan mag je gerust in een bocht, op de stoep of op het zebrapad parkeren. Ook dubbelparkeren wordt aangeraden. Zo voelt uw auto zich niet eenzaam als u een boodschap doet. Regel 7: Hou vooral rekening met jezelf. Jij bent de baas. Andere mensen passen zich wel aan. Rijd veilig. Toch als u buitenlander bent… Wil je weten hoe de Portugezen leren autorijden? Of hoe het komt dat onze benzine bijna op was? Of ben je gewoon nieuwsgierig? Lees het morgen hier! Deze B&B verdient een apart plekje op ons webstekje. Wie houdt van rust, natuur, fruitbomen & wijn,… zit hier op de juiste plek. De B&B-eigenaars Jan en Karin, twee verkaste Nederlanders (wat hebben we toch met onze Noorderburen?!), doen er alles aan om hun gasten te verwennen. Ze renoveerden een oude Quinta en maakten van de bijgebouwen ook slaapplaatsen. De huisjes & het hoofdgebouw zijn met zeer veel zorg aangepakt. Ze behielden het historische karakter en voegden er enkele moderne toetsen aan toe. Zo vertoeven wij in Casa Do Forno: de plek waar er vroeger hammen werden gerookt en brood werd gebakken & waar ook de ossen hun stekje hadden. En ja, de oven staat er nog (zonder hammen of brood) en ook de ossen zijn aanwezig... ;-) Grote troef is de zeer fijne gastenruimte in het hoofdgebouw: hier kan je altijd binnen om iets te drinken, wordt het ontbijt geserveerd, staat héél toffe boekenkast waar je een boek kan ontlenen en vind je gewoon alles wat je nodig hebt voor je verblijf (tips, boekjes, kaarten,…). Een nog zeer leuke troef is de zwemvijver. Jaja, hier wordt het zwembad gedeeld met de tientallen kikkers die graag hun territorium bewaken… Je hebt hier ook het mooiste uitzicht van het hele domein! :-) Alleen daarvoor moet je al naar hier komen (om met kikkers te zwemmen bedoel ik…). Ondertussen hebben we een versnelling lager geschakeld en zijn we in Povoa de Midoes beland. Dat spreek je ongeveer uit als Povowa de miedojsj. Een boerengat klein. Het is een stukje Portugal dat voor velen onbekend en onbemind is. Ten onrechte. De ongerepte natuur & vergezichten zijn het ontdekken waard. Vandaag hebben we de omgeving verkend. Dat is niet zo eenvoudig als het lijkt, want er zijn nog geen wandelingen uitgestippeld, geen GR-paden,… Kortom: ontdek zelf én vraag hulp. Onze B&B-uitbaters hebben zelf enkele wandelingen ‘gemaakt’. Met de routebeschrijving van Povoa de Midoes naar Midoes in de hand, lukt het best! Bij temperaturen rond 30 graden is het puffen geblazen en zijn we erg blij als we kunnen verpozen in Midoes. Om een beeld te geven van Midoes: vijf straten, één kerk, een wasplaats, een school, bushalte, supermarkt, tandarts, tankstation, twee café’s, één restaurant en een bakkerij. :-) Zo groot is het daar… :-) Daarna moeten we weer de berg af en terug op… Gelukkig is het geen straf! Dat ze hier niet veel toeristen gewoon zijn, kan je zien aan de reacties van de plaatselijke bewoners. Zo reed een man zijn autootje bijna in flarden (vloog over de boord van het rondpunt) omdat hij ons niet herkende… :-) Een douche en een drankje later, was het tijd voor onze eerste –plons- in de zwemvijver. En ja, de kikkertjes waren ook van de partij! Ik duik nu mijn nestje in want mijn oogjes vallen bijna toe. Slaapwel. Iedereen kan het gevoel terug oproepen van toen hij/zij rij-examen moest afleggen (tenminste de mensen die niet oer-oud zijn... ;-)). Slecht geslapen, een knoop in de maag, honderd keer naar het toilet rennen & minuten die uren lijken. Want wanneer kunnen we nu eindelijk… Dat gevoel heb ik élke keer opnieuw. Elke keer als we een huurauto oppikken, speelt de gedachte: ‘Ik ga toch nog met de auto kunnen rijden?’ En even belachelijk als die angsten gekomen zijn, verdwijnen ze als ik eenmaal achter het stuur zit. Tuurlijk kan ik met de auto rijden. Ik doe het thuis elke dag. En zo anders is dat niet. De wielen en het stuur zijn hetzelfde. Oké. Het knopje van de lichten staan op een andere plaats of de handrem is geen handrem maar een remknopje. Je stelt je ook geen vragen zolang het goed gaat en je rijdt verder. Een honderd kilometer later beslis je om eventjes verpozen. In een wegrestaurant iets drinken. Om de emoties door te spoelen. En om opgelucht adem te halen. Het is niet zo moeilijk om in Portugal rond te rijden. Er zijn amper voertuigen op de baan. De voertuigen die er wel zijn, daar moet je twintig ogen voor open houden. Dat wél. Maar voor de rest… En als je dan de parking weer wil afrijden, gebeurt het. Achteruit rijden. Hoe moet dat? Geen knopje. Geen haakje. Geen handleiding in het handschoenenkastje. Na een kwartier klungelen zit er niks anders op dan met rode kaken een Portugees aan te spreken. Uit te leggen dat je de wagen huurt en dat je hét niet vindt… Dus: om jullie deze schaamte te besparen, lieve mensen: achteruit rijden doe je door de pook naar beneden te duwen! Anders werkt het niet! ;-) Rijd veilig! Dat probeer ik ook… Tot snel! Soms begin je je dag zus maar eindigt hij zo: Zo begon de dag met grijze wolken. Zo was het fotomuseum niet echt de moeite. Zo vroegen we ons af waarom er geen terrasje was aan het mooie uitzichtpunt. Zo zagen we dat Portugal erg te lijden heeft onder de crisis en dat er veel huizen staan te verloederen. Zo namen we niet de bus, maar gingen we te voet naar het muziekhuis. Zo zagen we niet het toeristische Porto, maar wel hoe het écht is. Zo kwamen we daklozen, drugjongeren en vooral veel gewone mensen tegen. Zo dachten de mensen weer dat we inlanders waren en stelden ze ons vragen in het Portugees die we niet konden beantwoorden. Zo konden we in het muziekhuis geen rondleiding meevolgen omdat de concertzaal gesloten was. Zo voelden we ons een beetje bedroefd voor de pijnlijke voeten, die hun doel misten. Zo gingen we niet terug naar Porto-centrum, maar spoorden we met de metro naar zee. Zo hebben we’t niet over de Noordzee, maar wel over de Atlantische Oceaan. Zo volgden we een groepje Japanners die een vrijgezellendag hadden (dat dachten we althans want ze gedroegen zich vreemd). Zo viel één van de Japanners over een vuilnisbak omdat hij te lang naar een gespierde jongeman in strakke Speedo keek. Zo werd een kleine strandwandeling een erg lange wandeling (want we wilden weten wat ze van plan waren). Zo zagen we de zon, zee, boten, zand, zonnebaders, surfers, lopers, nog meer lopers, fietsers, een fort, handballers & moderne kunst. Zo namen we foto’s van grappige zaken (bijvoorbeeld van een plassende meneer aan het fort --> dat hadden we pas achteraf door). Zo begrepen de Japanners plotseling dat we ze achtervolgden en kregen ze schrik. Zo wimpelden ze ons af en liepen we het hele eind terug. Zo kregen we erg grote honger. Zo volgden we onze neus en kwamen we in een straatje waar ze verse visjes grilden. Zo eindigde alles goed met gevulde magen en grappige verhalen. Zo kan je alles maar zus en zo vinden, maar hadden we geen spijt van onze dag. :-) Morgen nemen we de auto richting het zuiden! We groeten jullie gauw vanop onze nieuwe locatie… Dat je maar beter niet met één been in een graf staat. Dat was de bedenking die ik me maakte toen een houten grafplaat het bijna begaf toen ik er overheen liep vandaag. Niet dat de grafzerken zomaar bezaaid liggen in Porto. Maar ze zijn wel in de Igreja do Soa Francisco (of Sint-Franciscus zijn kerk). In de catacomben, kon je er een paar honderdtallen bekijken. Of het iets is om elke dag te doen? Me tussen de doden begeven? Nee. Of het de moeite was? Heel zeker wel! En of we een hele dag doorgebracht hebben in de kelder van een kerk? Eh, nee, dat is voor andere geest… Foei! Opnieuw: Eh, nee, er valt wel wat anders te zien in Porto: de toren van de Igreja dos Clérigos, die met zijn meer dan driehonderd trappen een prachtig zicht over de stad biedt, bijvoorbeeld. Maar die we toch liever links lieten liggen… Of de Livraria Lello, een boekenwinkel met uitmuntend interieur. Maar waar we op de stoep letterlijk over honderden toeristen struikelden… Ook niet dan.... De tegeltjes aan de Igreja do Carmo vonden we dan weer wel de moeite. Net als de tientallen kleine steegjes, de Praça da Ribeira oftewel de esplanade aan de Douro met terrasjes en kraampjes. Een terrasje kon niet ontbreken. En vandaag waagde ook Wouter zich aan de grote oversteek over de Ponte de Dom Luis I. De benedenarm van deze stalen reus heeft een hogere afsluiting en is minder lang en zo werd de hoogtevrees onder in bedwang gehouden… Daarna wandelden we nog langs de Porto-huizen-oever oftewel Vila Nova de Gaia. Het proeven van Porto houden we voor een ander moment want de voeten hadden er al wat kilometers opzitten en wilden terug naar huis. Gelukkig bracht de Funicular dos Guindais verlichting en spaarde ons een paar honderden trappen uit… En ’s avonds: de beste fles witte Douro-wijn ooit gedronken en de beentjes onder tafel geschoven in één van de zovele gezellige Portugese eethuisjes… Dat hadden ze wel verdiend, die benen… Tot morgen voor nog meer Porto-gul!
De ervaring leert mij dat vrouwen die wél goed met de auto kunnen rijden, dat ook vlotjes doen. :-) Zo ook onze taxichauffeur die ons in recordtijd van de luchthaven naar het centrum van Porto bracht. De stad is in tegenstelling tot wat ik dacht te zien op kaart, niet erg groot. Alles ligt dicht bij elkaar en is eenvoudig te bereiken vanuit onze uitvalsbasis in het hart van Porto. Eerste stop: een lokaal restaurantje waar we onze batterijtjes kunnen opladen, tweede halte: de plaatselijke supermarkt voor wat natjes en droogjes. Eh, water, natuurlijk! (Oké, een lokale wijn kon ook niet ontbreken… ;-)) En na een powernap gaan we de stad in. Het stationsgebouw kan concurreren met dat van Antwerpen (dat heb ik niet luidop gezegd ;-)) en is opgesmukt met prachtige tegeltjes. Gelukkig is ons Belgische lijf al aangepast aan warme temperaturen want ook hier zijn zonnecrème smeren, hoedjes dragen & water drinken een noodzaak! Meneer Eifel bouwde niet alleen een toren, hij wist ook wel wat af van bruggen. Onder zijn invloed bouwde de Belgische ingenieur Théophile Seyrig dit postkaartplaatje. Slenteren over een stalen geraamte laat mijn hooggevreesde echtgenoot even aan zich passeren, dus kan ik in alle rust véél foto’s nemen van al wat mooi is. Tientallen Porto-huizen aan de ene kant, de Douro in het midden en de oude stad aan de andere kant. Daarna gaat het naar de kathedraal Sé. Blij met wat verkoeling bezoeken we het klooster voor een kleine meerprijs (3euro pp). Zoals dat wel meer gaat met kloosters in Portugal, is het daar voortreffelijk toeven. Een binnenplein, kapellen in tienvouden, alweer tegeltjes, een dakterras met uitzicht,… Kortom: spek naar de bek van deze Wereldbewonderaars. Tot morgen! |
|