Een wapperende Zweedse vlag boven de deur, een portaal waar je je stinkschoenen achterlaat en je sokken verder wandelen over houten vloeren. Een keuken met veel licht en een fijne tafel, een gezellige leefruimte en een tuin waarin je enkele uren zoet bent als je er door wil rollen. Een bed dat heerlijk ligt en boekenkasten boordenvol lekkers. (‘Waar zat jij?! Je bent een uur weg?!’ ‘Oh, ik was afgeleid door enkele boeken.’) Ik kende Joke Guns, jeugdauteur, uit een prehistorisch verleden (ooit volgde ik een cursus bij haar). Toen al was ze zot van Astrid Lindgren en Zweden. Zoveel jaren later woont ze permanent in Björköby en verhuurt ze een huisje aan schrijvers, reizigers of rustzoekers. Raad zelf maar tot welke categorie wij behoren... ;-) We vonden Källäng de ideale uitvalsbasis om de rest van de omgeving te verkennen én om even een adempauze te nemen. Niet alleen de functionele inrichting en de extraatjes die er zijn (lakens, peper, zout, een rolletje WC-papier,... ;-)), zijn superhandig, maar ook de gastvrijheid van Han, Joke, Yun, Moseo en Nathan maken het fijn verblijven hier. Wij komen terug. Ik kom zéker terug. Met een schrijfbeurs, misschien, ooit?! ;-) Astrid Lindgren, zag alvast dat het goed was.
2 Comments
Wie het gewend is om op Vlaamse wegen te denderen, zal rijden in Zweden als een ware opluchting ervaren. De (meeste) wegen zijn breed en goed geasfalteerd. Hoe kleiner het gat is dat je gaat bezoeken, hoe kleiner (en hobbeliger en smaller en minder verhard) de banen zijn. Zweden rijden zeer gedisciplineerd. Zelden kleeft er iemand aan je bumper, zelden is er sprake van agressie. De toegestane snelheden liggen laag. (Zeker voor iemand met een zware voet. ;-)) De wegen lenen tot hardrijden (wat door 'locals' ook serieus wordt genomen), maar met het overstekend wild is dat niet zo slim. En eerlijk gezegd: ik rijd liever traag zodat ik kan stoppen voor overstekend wild, dan dat ik dit niet kan navertellen. (Tip van Joke: mik op de achterpoten mocht er toch één onverwacht opduiken en je wil het overleven.) Zo komt het dus dat je gemiddeld langer doet over een kortere afstand. Maar hé, we zijn op vakantie, dus wie heeft er haast?! Met vijf aan een kruispunt wachten betekent file. ;-) Ik heb deze reis (bijna) niet gevloekt en vind het een verademing om hier te rijden. Soms kom je een hele tijd niemand tegen. Zalig! Het enige punt van verwarring zijn de opritten. Soms is er een invoegstrook, maar wanneer er haaientanden op de weg staan, wordt er eigenlijk verwacht dat je stopt (niet invoegen zoals bij ons, ook al staan er stippellijnen, die dienen daar niet voor!). Rijden met lichten aan is verplicht. Vergeet ze dus niet aan te steken, als dat niet automatisch gaat! Geniet van de tientallen oldtimers die je kruisen, de rust en vooral: de prachtige landschappen. Een veilige rit gewenst!
We twijfelden er niet aan dat het op deze stralende dag geweldig toeven zou zijn in Gränna. Als je de toeristische gidsen gelooft, dan is de hoofdstraat één van de mooiste van het land. Jammer genoeg denderen mobilhomes, bussen en wagens over een straat die ze als ‘authentiek’ omschrijven. De houten huizen, waarvoor je hier moet zijn, zie je nauwelijks. Je wordt op de stoep omver gelopen en Groepies (lees: hebzuchtige toeristen) hoppen van de ene snoepwinkel naar de andere. Want ja, voor ouderwetse snoepwinkels is dit stadje gekend. Ik moet toegeven, het spreek waarschijnlijk tot Pippi Langkous haar verbeelding. Maar wij hebben al meer smaak gehad van andere dorpjes. Daarom nemen we snel het hazenpad richting Asens By. Onderweg lunchen we in het hotel/restaurant Gyllene Uttern. Laat je niet vooral niet afleiden door de statige indruk. Hier kan je voortreffelijk én betaalbaar eten! :-) Asens By wordt nauwelijks vermeld in de reisgids, dus gaan wij er vanuit dat het wel eens interessant zou kunnen zijn. Dit ‘kulturreservatet’ toont het Zweedse plattelandsleven van de 19de eeuw. Wij vonden zo’n oldfashioned mini-Bokrijk (geheel gratis trouwens) veel leuker dan de drukke toeristische straat. Wandel rustig tussen de fruitbomen, zet u neer in de Stuga en drink iets lekkers. Meer moet dat niet zijn. :-) Vandaag was het een vroege hoogdag! Zo eentje die jeugdboekenschrijvers onmogelijk kunnen missen... Een bezoekje aan het geboortehuis van Astrid Lindgren stond met stip op onze reisplanning. Niet onterecht. Tijdens het bezoek aan de expositie en de tuinen mocht ik ongegeneerd wegdromen bij grappige, spannende en avontuurlijke verhalen. De expositie geeft je een inkijk in het leven van Astrid. Wij waren enthousiast, al zijn er wel enkele minpunten, waaronder het feit dat in hoogseizoen blijkbaar géén gidsbeurt in het Engels kon (enkel Zweeds en Duits) én dat er in de winkel géén enkele Nederlandse vertaling te verkrijgen was (Engels met zeer veel moeite). Het zou écht niet mogen... ’s Middags voortreffelijk gegeten in het café van het museum. Lees: wie in Zweden is, moet toch minstens één keer Zweedse balletjes eten. ;-) Daarna in de tuin rondgedwaald en genoten van een koffie en een babbel met een familielid van Astrid Lindgren (kwestie van overal connecties te leggen hé). ;-) Daarna reden we richting Kvilleken. In het rijtje ‘ik wil de grootste hebben’, vind je hier de grootste & oudste eikenboom van Zweden. Hij is er niet zo goed aan toe, als je’t ons vraagt, maar met zijn meer dan 900-jaar oud en 14 meter omtrek heeft hij wel iets betoverend! En hij verkeert in het gezelschap van fladderende vlinders en kleurrijke bloemen. Onze laatste stop was bij het meer van Björköby. Ik wil al tien dagen zwemmen en nu moést en zou het gebeuren! Koud! Koud! Koud! :-) Björköby telt enkele huizen, een paar straten, veel bomen en nog meer water in het meer. De gazonnetjes (toch wel minstens de driedubbele oppervlakte van onze tuin) zijn overal net afgereden. De huizen veelal rood of geel, geflankeerd door kleurrijke bloemen en het water eerder fris vandaag. Wij wandelden, waaiden uit (letterlijk én figuurlijk) en baadden pootje bij de pier. Later deze week gaan we terug. Als er wat minder wind staat. Het warmer is. En dan weiger ik nog Woesie te zijn en spring ik gewoon dat meer in. Denk ik. ;-) Deze middag karden we naar Eksjö. Deze gemeente is niet in de reisboeken terug te vinden, maar zeker het bezoeken waard! De twee hoofdstraten tellen enkele tientallen houten vakwerkhuizen, sommige uit de 17de en 18de eeuw. Ik had het gevoel dat ik door een postkaart wandelde. Wij sprongen er de plaatselijke Konditori binnen zodat we thuis aan de ‘Fika’ konden gaan. Dat is een lekker Zweeds gebruik. Weet je niet wat het is? Kijk dan naar de foto’s! ;-) Wedden dat er straks een beetje kwijl aan je kin hangt?! Vadstena, hadden we eerder geweten hoe gezellig het in Vadstena toeven is, dan waren we hier vast langer gebleven. Dat komt waarschijnlijk door een combinatie van volgende elementen: een fijne stad met kasteel, klooster en prachtig uitzicht over een meer. Om een toeristische stad te zijn, valt het qua drukte goed mee. Lees: het is de eerste keer dat we twee keer om een parking moeten rijden om een plekje te vinden. ;-) De meeste Zweden drijven met dit weer in het meer rond of lezen een boek op hun handdoek. En twee gekke Belgen stuiteren van klooster naar kasteel en weer terug. Eerst gaat het naar het Sancta Birgitta klooster. Een klein, maar fijn museum illustreert het leven van de heilige Birgitta en de geschiedenis van het kloostermuseum. Na een middagpauze, ontkom ik niet aan een bezoekje van het renaissancekasteel. ;-) Langs de buitenkant ziet het er niet alleen geweldig uit, ook de binnenkant is een bezoekje waard. Niet voor de extravagante bemeubeling of exuberante aankopen die ze hier de afgelopen eeuwen hebben gedaan. Maar wel om de imposante ruimtes. De grote hall is maar liefst een kleine 400 vierkante meter groot en telt ramen met een prachtig uitzicht. De tijd vliegt als het ergens goed toeven is, dus springen we in de auto om richting Björköby te rijden. Onderweg stoppen we nog één keer in Rök. Want daar staat een runesteen die we niet willen missen. Het Zweedse landschap stelt niet teleur. Van rimpelige meren naar verre velden, naar hoge bossen. In Björköby worden we warm verwelkomd door Joke, Han, Nathan, Moseo en Yun. Ik heb zo’n klein vermoeden dat we het hier snel gewoon zullen zijn... :-) Op een uurtje rijden van onze verblijfplaats ligt Tivedens Nationalpark. Dit nationale park is vooral gekend voor zijn mossen, oude bomen, rotsen in combinatie met, u raadt het al, meren. Aangezien de meeste wandelingen iets te moeilijk zijn voor Wouters benen, kiezen we voor de groene lus. Die start niet aan het bezoekerscentrum maar wel iets verderop. We negeren het bord verboden doorgang voor auto's (volgens de kaart is dit de enige weg) en komen zonder kleerscheuren (of ja, autoscheuren) aan het beginpunt. Het wandelpad kronkelt tussen veertig tinten groen ;-). Mossen, bomen, bessenstruiken, bladeren, riet, lelies,... Ik kan nog wel even doorgaan, maar bespaar u de rest van het rijtje of het wordt nog even saai als... Het is ontzettend rustig en aangenaam vertoeven in dit natuurgebied. Onderweg naar Karslborg Fästning trekt een restaurant onze aandacht. Idas Brygga ligt aan de waterkant, heeft een ruim terras en er wordt veel Zweeds gesproken. Eén van onze graadmeters om een restaurant te kiezen is of er lokale bezoekers vertoeven. Hier zijn ze in groten getale aanwezig. Onze gevoelsbarometer geeft een duidelijk 'go' aan! Elke middag wordt er een lunch geserveerd aan zeer schappelijke prijs (15 euro eten + drankje). Een aanrader voor wie in de buurt is. Daarna gingen we naar Karlsborg Fästning. Dit fort en vestigingsmuur werden aan het eind van de 19de eeuw gebouwd omdat de zweden Finland had verloren aan de russen en Stockholm te dicht bij de grens lag. Nu wordt het nog steeds gebruikt als militaire basis. Afgaand op de beveiliging vermoeden we dat er hier misschien ook wel vandaag snode plannen gesmeed worden (tegen de russen?) :-) Met uitzondering van de luchter met meer dan 700 dolken in de kerk van het fort, vonden we het niet echt het ommetje waard. We keerden dan ook ‘huiswaarts’ en stopten nog enkele keren aan fotogenieke plekjes van het Göta Kanal. Morgen verplaatsingsrit en dan wordt uitrusten het codewoord. :-) Aan het Göta Kanal nemen we het tempo van de stroom aan. We wandelen van sluis naar sluis en blijven verwonderd over het gemak waarmee boten enkele meters hoger getild worden. Sluiswachters sluiten vastberaden het verleden en openen nieuwe poorten. Wij kabbelen enkele kilometers mee. Aan één van de sluizen eten we échte gerookte zalm. Geen voorverpakte sneetjes met weinig smaak maar wel een vers, gerookte plak. Heerlijk! In de late namiddag rijden we naar Mariestad. We slenteren tussen kleurige huizen. Een huis met uithangbord ‘exotic zoo’ trekt mijn aandacht. Dit kan alleen maar een... dierenwinkel zijn. (Goed geraden! ;-)). We belanden in de plaatselijke haven. Vanaf hier kijk je het Vannerenmeer over. Of ten minste zover je het kan zien. Het is zo groot als de provincies Oost-Vlaanderen en Antwerpen samen. Een terras, het zonnetje op onze bol en haring met puree. Simpel maar zoooo lekker. Meer vakantie kunnen we niet wensen. Deze ochtend verlieten we onze verblijfplaats. We trokken van de kuststreek verder het binnenland in. Onze eerste tussenstop lag in Halleberg. Daar maakten we een wandeling met uitzicht op een gigantisch binnenmeer. Op de terugweg deed zich het volgende voor: ‘Wouter, Wouter, een hert! Op de weg! Voor ons!’ Wouter kijkt naar rechts. ‘Waar?’ Gelukkig was hij nog nét op tijd om het mooie dier te zien verder springen. Jammer dat we hier niet wat langer konden wandelen, want de omgeving nodigde daar zeker toe uit. Alweer een uurtje verderop lag de kerk en enkele resten van het klooster van Varnhem. Deze kerk is de oudste stenen kerk van Zweden. Het lijkt alsof de geschiedenis nog niet alles heeft prijsgegeven, want er zijn nog steeds archeologische opgravingen aan de gang. Er zijn al heel wat resten uit Vikingtijd en de middeleeuwen teruggevonden. Sinds begin dit jaar is er een prachtig bezoekerscentrum (in de vorm van een oude Vikingkerk). Daarna bracht Miranda ons veilig naar Borstorpslott. We hebben geluk. We mogen ons verblijf in de ‘honeymoonsuite’ doorbrengen (omdat we zo sympathiek lachen, zeker?!). :-) Een prachtig ingerichte kamer en badkamer met fantastisch uitzicht over de velden. De kers op de taart komt er tijdens een avondwandeling rond het kasteel wanneer we een vos een muis zien verorberen. Onder mijn voeten tikt de houten esplanade. Aan de ene kant haken kleurrijke huizen in elkaar, aan de andere kant zonnebaden de ‘rich and famous’ op hun jacht. Verse vis wordt aan de man gebracht. Kitch en dure sweaters ook. Een loopster met iets te spannend broekje jogt ons voorbij. Twee kinderen proberen met een fijn touw de vangst van de dag binnen te halen. Ze dragen een zwemvest, gelukkig. Een jongedame bestelt een ijskoffie, ze kruist mijn pad en springt met blote voeten op haar jacht. De man leest zijn krant op de bank. Of beter, hij doet alsof. De zwarte letters zeggen hem niet veel, dus leest hij de mensen die voorbij gaan. Ze komen en gaan. Ze kijken en worden graag gezien. Het wriemelt maar toch heeft het iets poëtisch. Hoe later het wordt, des te meer mensen er komen. Wij vluchten. Hebben een fijne tijd gehad tussen 10u tot 13u. Wanneer we aan de parking terugkomen, staat die plots bomvol. Ga vooral naar Smögen. Ga op de kade zitten. Kijk. En kom vooral vroeg genoeg. Dan kan je aan de toeristenstroom ontsnappen. Wij lunchen iets verderop in Bovallstrand. Slechts een paar straten groot. Het heeft ook een haventje, maar hier liggen kleinere jachten. Het eten is er lekker. En vanavond staan er verse garnalen op het menu. Hopelijk smaken ze even zeer als deze dag! :-) |
Iets gemist?
|